We verkennen het opleidingsonderdeel motorische ontwikkeling in je opleiding:
Waarom is het opgenomen in je opleidingsprogramma?
We verkennen het motorisch domein in de opvoeding van kleuters:
Wat is het belang van bewegingsopvoeding in de kleuterschool en via welke aanbod en welke activiteiten kan de kleuterleidster werken aan bewegingsopvoeding?
We verkennen de motorische ontwikkeling van jonge kinderen:
Hoe leren kinderen bewegen, hoe bewegen peuters en kleuters, welke bewegingen gaan vlot, welke zijn nog moeilijk en hoe houden we daarmee rekening bij bewegingsopvoeding?
Bij deze verkenning vertrekken we telkens vanuit je eigen ervaring:
Wat weet je er al over en in hoever sluiten je eigen ervaringen aan bij de realiteit en bij de literatuur, de wetenschappelijke verklaringen en de theorieën rond dit onderwerp?
Denk en redeneervermogen
· De student kan voorbeelden en toepassingen bedenken bij de concrete situaties.
Informatie verwerven en verwerken
· De student kan bewegingssspelen opzoeken en selecteren volgens ontwikkelingsniveau
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- De student kan de beginsituatie van de kinderen en de groep achterhalen op het vak van motorische ontwikkeling.
- De student kan de doelstellingen kiezen en formuleren op het vlak van bewegingsvaardigheden.
- De student kan de leerinhouden en –ervaringen van de motorische ontwikkeling selecteren aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kleuter.
- De student kan de leerinhouden en –ervaringen van motorische ontwikkeling structureren en vertalen in een gepast bewegingsonderwijsaanbod
- De student kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen hanteren in zijn bewegingsaanbod.
- De student kan Individueel en in teamverband ontwikkelingsmaterialen kiezen en aanpassen in functie van de bewegingsles.
- De student kan een ontwikkelingsbevorderende omgeving creëren met aandacht voor het ontwikkelen van de motorische ontwikkeling op tempo van elk kind en de juiste impulsen geven.
Opvoeder
- De student kan het fysiek en geestelijk welzijn bevorderen.
- De student kan tijdens bewegingsactiviteiten het zelfbeeld en het individuele welbevinden van kinderen bevorderen via positieve feedback en gepaste impulsen.
- De student kan tijdens bewegingsactiviteiten aandacht besteden aan elementaire sociale vaardigheden zoals rekening houden met anderen, afspraken naleven, spelregels respecteren zorg dragen voor materiaal.
Inhoudelijk expert
- De student kan de basiskennis beheersen van de leerinhouden en recente ontwikkelingen opvolgen over inhouden en vaardigheden van motorische ontwikkeling, dit op leergebied van bewegingsspelen zonder en met materiaal.
- De student kan de verworven kennis en vaardigheden zinvol toepassen in activiteiten van bewegingsopvoeding.
Organisator
- De student kan een gestructureerd speel- en leerklimaat bevorderen. De student kan stimulerende en veilige bewegingsspelen en -situaties opbouwen.
Innovator-onderzoeker
- De student kan zijn eigen functioneren in vraag kunnen stellen en bijsturen.
- De student kan gegeven bewegingsactiviteiten kritisch bevragen wat betreft inhoud, begeleiding, leereffect.
CURSUSMATERIAAL
Lodeweyckx, E. (2009). Studiewijzer: Motorische ontwikkeling. Onuitgegeven studiewijzer voor het eerste jaar Bachelor in het kleuteronderwijs, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement lerarenopleiding Vorselaar.
Lodeweyckx, E. (2009). Motorische ontwikkeling. Onuitgegeven cursusmateriaal voor het eerste jaar Bachelor in Onderwijs: kleuteronderwijs, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Lerarenopleiding Vorselaar.
Berrtrands, E.& Florquin, V. (2003). Speelkriebels voor kleuters; een ontwikkelingsgerichte kijk op bewegingsspelen. Leuven: Acco.
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
|||
Vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
Permanente evaluatie |
20 |
|
|
Schriftelijk examen |
|
Schriftelijk examen |
80 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100%
|
|
100%
|
|
100%
|
Begeleiding : 2 u coaching |