In HRM deel 2 behandelen we drie van de vijf resultaatgebieden van een personeelswerker., met name "ervoor zorgen dat mensen en organisaties kunnen groeien en ontwikkelen", "ervoor zorgen dat alles goed geregeld is voor mensen in organisaties" en "ervoor zorgen dat mensen goed worden begeleid bij uitstroom". Achtereenvolgens behandelen we gedurende de hoorcolleges de thema's functiewaardering en beloning, Vorming, Training en Opleiding, prestatiebeoordeling en -management, loopbaanmanagement, motivatiepsychologie en ontslagbegeleiding. Parallel met de hoorcolleges werken de studenten aan een "netwerkkaart" van partners voor een personeelswerker. Deze opdracht wordt begeleid tijdens een drietal werkcollege, waarbinnen één of meerdere gastsprekers betrokken worden.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C03 De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten.
- C05 De MA handelt vanuit een kritische reflectie op de wisselwerking tussen het eigen werk, het werkveld en het breder maatschappelijk kader.
Toelichting:
C3: De personeelswerker handelt agogisch met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten. Voor HRM de Basis deel 1 betekent dit concreet het begrijpen van theorieën en concepten uit het personeelswerk, het verwerven van inzicht uit de arbeidspsychologie, het kunnen benoemen van de verschillende stakeholders en partners van het werkveld en de rol van de personeelswerk ten aanzien van al deze partijen.
C05. De personeelswerker moet het eigen werk kunnen kaderen binnen een geheel van methodieken, theoretische achtergronden en strategische beleidsvoering. De personeelswerker verbindt deze inzichten met partners en betrokkenen in het werkveld en binnen een evoluerende en veranderende maatschappij.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
geen
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
1. Minne, E. Arbeidspsychologie en Personeelsbeleid. Geel, KHK, 2006 (onuitgegeven cursus) 2. Kluytmans, F. Leerboek Personeelsmanagement. Noorhoff Uitgevers, 2009.
3. Van Beirendonck, L. Iedereen Competent, Het handboek voor competentiemanagement. LannooCampus, 2009.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- Andere: sprekers uit werkveld
B. Omschrijving
A. Types
- mondeling examen
- individuele taak
B. Omschrijving