veldwerk door cases
De student kan informatie verwerven en verwerken.
De student vindt de benodigde informatie op een effectieve en efficiënte wijze via desktopresaerch en enquêtes;evalueert op een kritische wijze het informatiezoekproces en de gevonden informatie; hij beheert verzamelde en gecreëerde informatie. Hij zoekt actief naar bestaande informatie en gebruikt reeds bestaande informatie. Hij verwijst correct naar de gebruikte informatie.
De student maakt en past in overleg met het team een planning op voor de verschillende stappen in het project; wat, wie, wanneer, hoe. Hij heeft regelmatig overleg in groep over de vorderingen en zorgt voor een creatieve bijdrage in het informatieverzamelingsproces. De student gaat primaire informatie zoeken via een enquête en gebruikt secundaire informatie. Hij contacteert de bedrijfswereld bij het verwerven van primaire en secundaire informatie in de B2Bmarkt.
De student kan een planning en taakverdeling opstellen en opvolgen; een vergadering leiden; ondersteunen en stimuleren; omgaan met conflicten.
De student kan schriftelijk rapporteren; verslaggeving; mondeling overleggen; mondeling presenteren.
De student onderneemt activiteiten actief informatie te verwerven en verwerken. Hij beschrijft de ondernomen activiteiten en de leeruitkomsten daarvan en evalueert of de aanpak effectief is geweest.
De student kan luisteren, zich inleven in de groep. Hij kan respectvol en gepast optreden; constructief omgaan met conflicten, weerstand, misverstanden.
De student kan trends signaleren. Hij kan verbanden leggen tussen het verleden, heden Hij kan een verantwoordelijk initiatief nemen; hij kan ingrijpen wanneer iets fout loopt of dreigt fout te lopen.
De student kan rustig blijven in een stressvolle situatie. Hij kan situaties relativeren. Hij kan gebruik maken van time management en organiseren van het eigen werk..
De student laat eigen werk nakijken door anderen.
De student is zich ervan bewust zijn dat taken of plichten naar behoren moeten worden uitgevoerd. Hij zal hulp bieden aan collega’s. De student zal misverstanden en fouten signaleren.
De student kan moderne communicatiemiddelen (vb. internet, e‐mail) gebruiken; rapporten maken met een tekstverwerker; gegevens verwerken met een rekenblad; gegevens beheren met een database.
De student kan taken, opdrachten plannen inde tijd; beschikt over een goed werkritme.
De student kan gevens verzamelen en analyseren over fysieke systemen voor productie, opslag, transport en handling.
De student kan de markt van de leveranciers verkennen.
algemeen economische voorkennis
cases