Practicum dierenzorg (2009-2010)

Tijdens deze praktijksessies krijg je een waaier van activiteiten aangeboden om de diversiteit van een dierenartsassistent te belichten.

Je krijgt beginnoties van de anatomie van het konijn, met eraan verbonden een dissectie ter illustratie van de theorie.

Je bezoekt een dierenpark achter de schermen , waar verzorging en voeding de aandacht krijgt. Ook een bezoek aan een voedingsbedrijf of paardenmelkerij staat op het programma.

Na een theoretische inleiding leer je niet enkel runderen en paarden , maar ook konijnen, knaagdieren, kippen en duiven op een veilige manier hanteren.

Je leert ook om Engelse en Franse vakliteratuur te verwerken.

Gedurende al deze praktijksessies wordt je interesse gewekt voor diverse items in de wereld van een dierenartsassistent.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • AB1 - Omgaan met levend materiaal - Verantwoord en duurzaam omgaan met levend materiaal of in functie van levend materiaal.
  • AB-DZ-EC6: Voorzien en toedienen van een aangepaste verzorging - 6A Voorzien en onderhouden van de juiste accommodatie voor de patiënt - 6B Verzorgen van en controle uitoefenen op de patiënt met specifieke noden zoals vloeistoftherapie.
Toelichting:
Studenten kennen de basisanatomie van het konijn Studenten kunnen op een veilige en correcte manier een dissectie uitvoeren Studenten kunnen veilig omgaan met konijnen, knaagdieren, vogels, runderen en paarden en kunnen deze diersoorten ook correcte hanteren en fixeren . Studenten kennen de aandachtspunten bij het werken met proefdieren. Studenten hebben notie van de werking van een dierenpark achter de schermen. Studenten hebben notitie van de werking van een inseminatiecentrum. Studenten kennen de basisbegrippen in het productieproces van petfood. Studenten kunnen engelse en franse vakliteratuur interpreteren

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

geen

A. Type

  • materiaal op leeromgeving
  • Andere: dieren
  • cursus
  • audiovisueel materiaal

B. Verplichte leermiddelen

geen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • labo en werkcollege
  • bedrijfsbezoeken

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie
  • paper/werkstuk
  • meerkeuzevragen

B. Omschrijving

OA:
03291050
Code:
03291050
Vakcoördinator:
Sophie Tielemans
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands