Pathologie ontwikkeling (2009-2010)

In Pathologie Ontwikkeling komen de stoornissen aan bod in verband met leren (dyslexie,dyscalculie, dysorthografie, NLD, DCD, ADHD), de taal - en de spraakontwikkeling, de motorische - en mentale ontwikkeling ( CP, myelodysplasie, tics, mentale retardatie, syndroom van Down, Fragiel X, ASS), de genderontwikkeling en de invloed van een auditieve- en/of visuele handicap op de ontwikkeling.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C05 De ergotherapeut kan wetenschappelijke informatie zelfstandig verwerven en verwerken om zichzelf een proces van levenslang leren eigen te maken.
Toelichting:
De studenten kunnen de kenmerken en de aandachtspunten schetsen van een ontwikkelingsstoornis. De studenten kunnen de ontwikkelingsstorrnissen onderling vergelijken. De studenten kunnen de oorzaken en erfelijkheid van een ontwikkelingsstoornis schetsen. De studenten kunnen de terminologie die bij ontwikkelinsstoornissen gebruikt wordt expliciteren.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • audiovisueel materiaal

B. Verplichte leermiddelen

VAN DROOGENBROEK, F., 2005. Pathologie Ontwikkeling. Niet gepubliceerde cursus, Geel, KHKempen. COELHO, 2003. Zakwoordenboek der Geneeskunde. Zevenentwintigste geheel herziene druk, Doetinchem, Elsevier Gezondheidszorg, 937p

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • begeleide zelfstudie
  • Andere: audiovisueel materiaal

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen

B. Omschrijving

Op het examen worden gesloten vragen gesteld waarop een kort antwoord mogelijk is. Alle antwoorden worden door de student overgebracht op één antwoordblad. De aangeleerde begrippen en inzichten worden toegepast in beroepsspecifieke oefeningen. Casussen, meerkeuzevragen, waar of niet waar en wat hoort bij elkaar zijn vaak voorkomende vragen.
OA:
06022752
Code:
06022752
Vakcoördinator:
Liesbet De Bot
Semester:
1
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands