Systematisch overzicht van het dierenrijk.
Orgaanstelsels bij de zoogdieren.
Voeding.
Voortplanting bij de mens.
De student beheerst, als inhoudelijk expert, de juiste vakterminologie i.v.m. de systematiek en orgaanstelsels van dieren.
De student kan experimenten die aansluiten bij de leerstof opstellen en uitvoeren; als organisator.
Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen kan de student de leerplannen op een efficiënte manier gebruiken. Hij kan kritisch met schoolboeken en ander lesmateriaal werken.
Als innovator – onderzoeker kan de student de gevraagde, wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch benaderen en verwerken. Hij hanteert daarbij de regels van het refereren volgens de stijlwijzer.
1ste examenperiode | 3de examenperiode | ||
% | vorm | % | vorm |
100 % | Schriftelijk examen | 100 % | Schriftelijk examen |