Eindwerk dierenzorg (2009-2010)

In het laatste jaar is het de bedoeling dat de student in samenspraak met zijn stageplaats een probleemstelling kiest al dan niet specifiek voor dat bedrijf. De student kan deze probleemstelling theoretisch en/of praktisch oplossen en beschrijven. Het eindwerk wordt verdedigd voor een jury.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • AB2 - Technisch, technologisch vaardig zijn - Men heeft kennis over en kan werken met de machines, installaties en technieken die men hedentendage binnen het werkveld gebruikt.
  • AB3 - Commercieel verantwoord handelen - De student heeft inzicht in de commerciële geplogendheden binnen de sector en kan hiernaar handelen zowel administratief als marketingtechnisch.
  • AB-DZ-EC7: Adviseren van de klanten m.b.t. de verzorging van hun dier - 7A Klanten begeleiden en advies geven tijdens de consultaties - 7B Klanten aangepast diergeneeskundig materiaal verstrekken - 7C Begeleiden van klanten bij het ontslaan van patiënten.
Toelichting:
De studenten kunnen informatie opzoeken. De studenten kunnen informatie verwerken. De studenten kunnen een besluit vormen. De studenten kunnen een samenvatting maken. De studenten kunnen een powerpointpresentatie maken. De studenten kunnen op een correcte manier hun eindwerk voorstellen aan een jury.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

De student moet weten hoe hij literatuur kan opzoeken. De student heeft een voorkennis van enkele computer programma's zoals: word, excel en powerpoint.

A. Type

  • handboek
  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op leeromgeving
  • materiaal op WWW

B. Verplichte leermiddelen

Alle bronnen mogen mits vermelding en toestemming gebruikt worden.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • begeleide zelfstudie
  • stage
  • projectwerk
  • bedrijfsbezoeken
  • Andere: enquête

B. Omschrijving

De werkvormen zijn afhankelijk van het gekozen onderwerp

A. Types

  • projectwerk
  • Andere: mondelinge verdediging
  • paper/werkstuk
  • presentatie
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

Elke student krijgt een docent als begeleider toegewezen. Indien het onderwerp relevant is voor het stagebedrijf kan van daar uit ook een begeleider worden voozien.
OA:
03293500
Code:
03293500
Vakcoördinator:
Andy Verelst
Semester:
1+2
Studiepunten:
8
Onderwijstaal:
Nederlands