Theorie toegepaste voedings- en dieetleer (2009-2010)

De cursus start met de bespreking van de verschillende vormen van voeding met gewijzigde consistentie : indicaties, toedieningstechnieken, complicaties, samenstelling en producinformatie van enterale en parenterale voeding worden behandeld. De studenten leren op een objectieve manier informatie verzamelen over klinische drinkvoedingen en sondevoedingen, deze producten kritisch beoordelen, inschakelen in een dieet en adviezen formuleren over het gebruik ervan.

Daarnaast worden de voedingsadviezen bij kanker, AIDS, COPD en allergie besproken in theorie en praktijk. Hierbij wordt steeds een link gelegd tussen de ziekte en het dieet. De studenten leren een gepaste dieetbehandeling opstellen en het dieetadvies vertalen naar de praktijksituatie. Hierbij worden verschillende stappen doorlopen gaande van gegevensverzameling, probleemanalyse, algemene en praktische adviezen tot begeleidingstips.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De voedings- en dieetkundige heeft een professionele houding.
  • C02 De voedings- en dieetkundige kan een gepast voedings- en dieetadvies opstellen om de gezondheid te behouden en bevorderen.
  • C03 De voedings- en dieetkundige begeleidt op adequate wijze verandering van voedingsgedrag om gezondheid te helpen bevorderen.
  • C04 De voedings- en dieetkundige is in staat om in alle fasen van toegepast wetenschappelijk onderzoek in verband met voeding mee te werken.
  • C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
Toelichting:

- De student kan voor de verschillende vormen van voeding met gewijzigde consistentie aangeven wat de 
  indicaties , de toedieningstechnieken en de kenmerken zijn.

- De student  kent de mogelijke complicaties van sondevoeding en parenterale voeding en weet hoe deze 
  kunnen voorkomen of behandeld worden.

- De student  kan informatie verzamelen over klinische drinkvoedingen en sondevoedingen, deze producten
  kritisch evalueren, ze op een verantwoorde manier inschakelen in een dieet en begeleidende tips formuleren
  bij het gebruik ervan.

- De student kan een verband leggen tussen de pathologie en het dieetadvies.

- De student kan voor de verschillende ziektebeelden de dieetkenmerken beschrijven en vertalen in een
  dieetadvies.

- De student  kan recente tendensen in de productontwikkeling en klinische diëtetiek opvolgen en kritisch
  analyseren om op basis hiervan adviezen continu bij te sturen.

- De student  kan wetenschappelijke informatie opzoeken, begrijpen en verwerken.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • Andere: productinformatie van dieetproducten
  • audiovisueel materiaal

B. Verplichte leermiddelen

Huysmans Veerle . Toegepaste voedings- en dieetleer. Niet-gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel

Productinformatie van klinische drinkvoedingen en sondevoedingen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

A. Types

  • mondeling examen
  • schriftelijk examen

B. Omschrijving

In het mondeling gedeelte van het examen wordt de theoretische en praktische dieetkennis bevraagd. Hierbij is het heel belangrijk dat kan uitgelegd worden waarom bepaalde dieetmaatregelen nodig zijn bij de verschillende ziektebeelden. Bij het afleggen van het mondeling examen wordt met een bijvraag de parate kennis geëvalueerd.

Het schriftelijk gedeelte van het examen bestaat uit het verklaren van 2 begrippen die in de cursus aan bod komen.

OA:
06021650
Code:
06021650
Vakcoördinator:
Veerle Huysmans
Semester:
1
Studiepunten:
3,5
Onderwijstaal:
Nederlands