mens en maatschappij (2009-2010)

- Doel van de economische wetenschap - Het consumentengedrag - Het producentengedrag - De prijsvorming - Macro-economische grootheden (bv. economische kringloop en nationale rekeningen) - Het nationaal inkomen - Geld, monetair beleid en inflatie - Het internationaal betalingsverkeer (bv wisselmarkten en betalingsbalans) - De economische groei (conjunctuur) - Overheid en overheidsfinanciën

Sociologie: De maatschappij als ervaring - Sociologie als discipline - Het socialisatieproces - Wat is een institutie? De taal als voorbeeld. - Familie en gezin - De gemeenschap (stad en platteland) - De gelaagde maatschappij - Sociale controle - Bureaucratie - Jongeren en jeugdcultuur - Werk en vrij tijd - Macht - Deviant gedrag en criminaliteit

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 04. Vermogen tot kritische reflectie
  • 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
Toelichting:
Vermogen tot kritisch denken en redeneren wordt gestimuleerd vanuit een ruime belangstelling voor economische vraagstukken.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
Toelichting:
Er worden verbanden gelegd tussen economie en de sociale aspecten daaraan gekoppeld.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
  • C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:

Socio-economie: Basiscompetenties - De studenten kunnen socio-economische begrippen hanteren op micro-, meso- en macroniveau - De studenten kunnen de werking van de diverse marktvormen verklaren. - De studenten kunnen socio-economische teksten analyseren en verklaren - De studenten kunnen verbanden aanbrengen tussen geld, monetair beleid en inflatie. Extra competenties - De studenten kunnen internationale handelsbetrekkingen ontleden en de gevolgen daarvan afleiden voor het Belgisch bedrijfsleven. - De studenten kunnen kritische afwegingenmaken met betrekking tot voor- en nadelen van de economische groei.

Sociologie - Studenten begrijpen de sociologische invalshoek vanuit de begripsmatige benadering van fenomenen zoals socialisatie, rolzender, rolontvanger, instituut, maatschappelijke veranderingen,afwijkend sociaal gedrag, macht en gezag. - Studenten kunnen vanuit de kernbegrippen hun eigen positie bepalen in het maatschappelijk gebeuren - Studenten kunnen bepalen hoe zij diverse rollen kunnen invullen, wat hen daarin bindt en wat hen vrijheid verschaft. - Studenten kunnen culturele of strukturele maatschappijkenmerken vaststellen in praktische situaties - Studenten kunnen de grote maatschappelijke lijnen zien van nieuwsfeiten. - Studenten kunnen onderzoeken welke oorzaken aan de basis liggen van maatschappelijke fenomenen. - Studenten kunnen hun eigen mening toetsen aan de diverse theoretische modellen.
 

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Geen specifieke voorkennis vereist De basisbegrippen worden als bouwstenen aangereikt Nuttig is een ruime belangstelling voor de economische actualiteit

A. Type

  • handboek
  • audiovisueel materiaal

B. Verplichte leermiddelen

Cursusteksten Economische tijdschriften of bladen (bv. Financieel Economische Tijd) Overheadprojector, bord

C. Aanbevolen leermiddelen

Geen

A. Types

  • hoorcollege

B. Omschrijving

Er wordt gebruik gemaakt van diverse didactische hulpmiddelen. Groepsdiscussie wordt gestimuleerd

A. Types

  • mondeling examen

B. Omschrijving

De studenten krijgen een aantal representatieve vragen gespreid over de leerstof. Zij hebben voldoende voorbereidingstijd om de vragen schriftelijk te beantwoorden. Als zij daarmee klaar zijn volgt het eigenlijk mondeling examen.Er wordt dieper ingegaan op de verstrekte antwoorden Mogelijkheden tot het stellen van vragen gedurende het jaar
OA:
03200230
Code:
03200230
Vakcoördinator:
Piet Versweyvelt
Semester:
1
Studiepunten:
4
Onderwijstaal:
Nederlands