In het eerste jaar ligt het accent op het leren functioneren in een "gewone" groepsbegeleiding en het leren organiseren van kleine sportieve evenementen. Naarmate de opleiding vordert, leert hij functioneren in meer complexe situaties, die de realiteit van de vrijetijdssportsector in toenemende mate benaderen.
In het opleidingsonderdeel stage verwerft de student handelingsbekwaamheid in: - het gestructureerd en correct opbouwen van een les of een sessie in de vrijetijdssportsector - het hanteren van een goede vraagstelling, instructie en demonstratie - het aanwenden van eenvoudige didactische werkvormen - het elementair klashouden (groepsbegeleiding) waarbij een veilige organisatie centraal staat. - het organiseren van kleine sportieve evenementen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
Toelichting:
De student leert om leer- en ontwikkelingsprocessen van leerlingen(of andere doelgroepen) te begeleiden, hen te begeleiden in hun opvoedingsproces en tot een vlotte (klas)organisatie te komen. De student verwerft daarnaast ook inhoudelijke expertise om zijn vak op een inzichtelijke en veilige manier over te brengen. Ook de inhoudelijke expertise voor het organiseren van kleine sportieve evenementen krijgt de volle aandacht. Hij is in staat om te reflecteren op het eigen leerproces. Hij informeert zich en gaat discreet om met gegevens van leerlingen of andere doelgroepen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Geen specifieke voorkennis vereist.
A. Type
- materiaal op leeromgeving
- Andere: stagevademecum
B. Verplichte leermiddelen
Alle leermiddelen zijn beschikbaar op de toledocursus 'Stage Bewegingsrecreatie'
- Stagevademecum
- Omschrijving van organisatie en invulling per stageperiode
- Referentielijst met de te verwerven competenties per niveau (niveau 1 en 2 in 1 Baso)
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
Tijdens observatiemomenten observeert de student het lesgebeuren aan de hand van gerichte opdrachten. Daarnaast maakt de student sessievoorbereidingen en voert deze ook uit. De student wordt van nabij gevolgd bij het opstellen van de sessievoorbereidingen en uitvoeren van deze sessies. Na elke stage krijgt de student feedback van de docent (en mentor). In het opleidingsonderdeel zelfsturing leert de student reflecteren op zijn stage-ervaringen.
A. Types
B. Omschrijving
2 EP: 100% permanente evaluatie
3 EP: geen tweede examenkans
Indien de student in 2 EP niet slaagt voor het opleidingsonderdeel stage, wordt de beslissing uitgesteld. Voor het opleidingsonderdeel stage deel 3 is er geen tweede examenkans in 3 EP.
Begeleiding door de vakdocent en/of pedagoog bij de stagevoorbereiding.
Feedback door vakdocent en/of mentor en/of pedagoog.
Begeleiding bij reflectie op stage in het opleidingsonderdeel "Zelfsturing".