1.1.1 Leiderschap
Algemeen leiderschap
Volgende thema's komen aan bod: groeien naar een horizontale organisatie, zelfsturing, 'sturen' zonder 'baas' te spelen, contextmanagement, ondersteuning en voorbeeldgedrag, beloning,...
Midden & procesleiderschap
De lessen middenmanagement focussen zich op de cursist zelf. Bij aanvang wordt er stil gestaan bij de verschillende vormen van leidinggeven, managementstrategieën,... De bedoeling is niet om deze theorieën over te nemen, maar door middel van allerlei oefeningen zal de cursist zijn of haar stijl van leidinggeven leren kennen en plaatsen. Daaropvolgend wordt er uitgebreid stil gestaan bij het aspect 'veranderen' en de bijhorende processen die hiermee plaats vinden.
Werken met mensen is tevens werken aan motivatie. Als leidinggevende ga je medewerkers moeten motiveren... hoe pak je dat aan?
1.1.2 Leiding verpleegkundige afdeling
Financiële planning
De cursist zal wegwijs gemaakt worden in budgetbeheer, enveloppenfinanciering, opmaak begrotingen, aankoopbeleid...
Organisatie verpleegkundige afdeling
De lessen zijn gebaseerd op het integraal ondernemingsmodel. De bedoeling is dat de cursisten een structuur kunnen hanteren bij het dagelijks leidinggeven van hun afdeling/organisatie, en dit met een bijzondere aandacht voor de patiënten/bewoners en voor het personeel.
1.1.3 Juridische en administratieve aspecten
Specifieke wetgeving
In gezondheidszorginstellingen geldt een specifieke wetgeving. De wetgeving omtrent de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen is daar een onderdeel van. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid besproken alsook de wet op de rechten van de patiënt;
1.1.4 Ethische en deontologische aspecten
Echt leiderschap brengt mensen ertoe het beste van zichzelf te ontdekken en te geven? In hoeverre kan ethiek opgevat als interpreterende zelfkennis hiertoe bijdragen. Deze zelfevaluatie verloopt via op een op rendement geselecteerde én persoonlijk doorleefde casuistiek.
Moral management
Een helder gedefinieerde missie, visie of waardenstelsel zorgen voor een organisatiecultuur die medewerkers tot ethische doelen kan motiveren.
1.1.5 EBN op afdelingsniveau
Wetenschappelijk onderzoek
De toekomstige leidinggevende zal inzicht moeten hebben in het belang van verpleegkundige wetenschappelijk onderzoek. Hij zal elke werksituatie kritisch analyseren en problemen bespreekbaar moeten stellen. Om een oplossing te kunnen bieden aan de gestelde problematiek zal hij in staat moeten zijn om vakliteratuur met betrekking tot een ervaren werksituatie te raadplegen, lezen en begrijpen.
Hij onderkent de praktijkrelevantie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten, dit betekent het op evidentie gebaseerd verpleegkundig handelen.
Kwaliteitszorg
De cursist moet in het projectverloop de basisprincipes van kwaliteitszorg respecteren. De aangebrachte werksituatie moet kritisch geanalyseerd worden, vervolgens wordt het probleem via een geëigend stappenplan uitgewerkt.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
Competentie 1 : Je bent instaat om jezelf voortdurend bij te sturen, te ontwikkelen en te motiveren zodat je de spil van de afdeling kunt zijn en de verantwoordelijkheid kunt dragen van de dienst.
Competentie 2 : Je beheert de managementcompetenties zodat je ten volle kan instaan voor de ontwikkeling van je team zodat de doelstellingen van het verpleegkundig departement op niveau van de specifieke verpleegafdeling kunnen verwezenlijkt worden.
Competentie 3 : Je zet je in voor de missie en de doelstellingen van het ziekenhuis of het rustoord en heeft alzo permanente aandacht voor de zorgvrager.
Competentie 4 : Je kan als leidinggevende rekening houden met het totale systeem van de instelling en de gezondheidszorg en is interne & externe netwerking geen probleem.
Ontwikkelingsdoelen:
- de aangebrachte werksituatie kritisch analyseren en problemen bespreekbaar stellen
- de praktijkrelevantie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten onderkennen, dit betekent het op evidentie gebaseerd verpleegkundig handelen
- kritisch reflecteren over de doorgenomen literatuur
- een projectplan opmaken en uitwerken
- een project coördineren en uitvoeren (taakverdeling, motiveren, conflicthantering, samenwerken...)
- op zelfstandige wijze een actieve bijdrage leveren aan het welslagen van het project (besluiten nemen, reflecteren, communiceren, mondeling en schriftelijk rapporteren, ...)
- tijdens de begeleidingssessies de voortgang van het project rapporteren
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
1.1.1 Leiderschap
Algemeen leiderschap
Deelopdracht:
Bij je project zal je andere medewerkers moeten motiveren om ofwel deel te nemen aan de voorbereidingen, ofwel om de implementatie door te voeren. Hoe slaag je er in je medewerkers te motiveren, en hoe vermijd je die medewerkers te demotiveren? Probeer hiervoor een antwoord te formuleren binnen je eigen project. Tevens zal je geconfronteerd worden met een verscheidenheid aan medewerkers. Deze verscheidenheid in menselijk talent zal je moeten aanwenden in relatie tot de implementatie van je project. Beschrijf hoe je de verscheidenheid gaat gebruiken en welke problemen je hiermee ervaart? Hoe ga je ermee om?
Midden & procesleiderschap
Deelopdracht:
Implementeren van een project in de praktijk is werken aan verandering. Veranderen is 'leiding geven'.... 'motiveren'. Bij de planning van het project moet er rekening gehouden worden bij de verschillende aspecten van veranderingsprocessen. Ga bij jezelf na welke stijl van leidinggeven je hanteert om het project tot een goed einde te brengen. Beschrijf dit aan de hand van je project.
Hoe ga je de veranderingen aanpakken?... welke strategieën ga je hanteren bij de verandering die zal plaatsvinden naar aanleiding van het project.
Beschrijf tenslotte hoe je je medewerkers zal motiveren bij het invoeren en uitwerken van je project.
1.1.2 Leiding verpleegkundige afdeling
Financiële planning
Deelopdracht:
Bij de implementatie van het project zullen hoogstwaarschijnlijk financiële middelen worden ingezet (personeel, materiaal, werkuren,...). Maak bij aanvang van het project een begroting op hoeveel dit project zal gaan kosten. Geef tevens aan hoe je de budgetten zal opvolgen.
Organisatie verpleegkundige afdeling
Deelopdracht:
Bij aanvang van een project is het belangrijk de opdracht van uw afdeling/organisatie te kennen. Omschrijf alvast kort de opdracht van uw afdeling/organisatie. Nadien maak je een sterkte/zwakte analyse en schrijf je die ook neer. In de uitwerking en bij de implementatie zal je hiermee rekening houden.
1.1.3 Juridische en administratieve aspecten
Specifieke wetgeving
Deelopdracht:
Beschrijf naar aanleiding van je project welke wetgeving hierop van toepassing is, met andere woorden geef telken aan in welke mate je project onderhevig is aan de huidige wetgeving en reglementering.
1.1.4 Ethische en deontologische aspecten
Deelopdracht:
Verduidelijk de manier waarop jij gestalte kan geven aan de processen van het moral management in het kader van je project.
1.1.5 EBN op afdelingsniveau
Wetenschappelijk onderzoek
Deelopdracht:
Binnen de fase van probleemanalyse (literatuurstudie) en de fase van actievoorbereiding worden voldoende nationale én internationale literatuurbronnen verzameld en verwerkt. De verwerking is een korte literatuurstudie waaruit blijkt wat de huidige stand van zaken is m.b.t. het gesteld probleem. In bijlage van het projectverslag wordt een literatuurlijst toegevoegd. Er worden minimaal 3 onderzoeksartikelen gebruikt en gerefereerd.
Kwaliteitszorg
Deelopdracht:
De cursist kan in de schriftelijke neerslag de stappen van het projectmatig werken neerschrijven; de fasen worden uitdrukkelijk vermeld en toegelicht. Hij presenteert het project aan medestudenten en deelnemers uit het werkveld
A. Types
B. Omschrijving
De evaluatie die volgt uit de deelopdrachten wordt gebruikt om de eindevaluatie van het project te verfijnen. Dit wil dus zeggen dat de som van de evaluaties van deelopdrachten niet gelijk is aan het eindresultaat; het eindresultaat wordt bekomen door deze evaluaties mee op te nemen bij de evaluatie van het projectverslag zelf en de procesindicatoren.
De evaluatie van de deelopdrachten gebeurt aan de hand van criteria die opgesteld worden door de betrokken docent. Deze criteria worden bij aanvang van de opdracht meegedeeld aan de cursist.
De criteria worden gescoord aan de hand van een vaste schaal:
A = goed
B = voldoende
C = onvoldoende
Bij de quotatie 'C' wordt telkens een beschrijving gegeven van de tekorten.
De schaalbeoordeling wordt nadien omgezet in een punt op 20.