In dit OO verwerft de student de basis van materialenkennis, vaardigheden en technieken eigen aan twee- en driedimensionale vormgeving.
Hij/zij bestudeert onder begeleiding de beeldaspecten van twee- en driedimensionale werken uit de kunst.
De student kan
- de kenmerken van verschillende twee- en driedimensionale technieken en materialen omschrijven in de juiste vaktermen.
- ontwerpen vanuit waarneming gericht gebruiken om ze te vertalen naat twee- en driedimensionaal werk.
- verschillende tweedimensionale technieken op een inzichtelijke manier gebruiken: experimenteren met en daardoor het leren kennen van plakkaatverf, ecoline, acrylverf, bister, ecoline en Chinese inkt.
- verschillende driedimensionale materialen en technieken op een inzichtelijke manier gebruiken. Door hierbij te experimenteren met vormen en verschillende materialen leert de student de eigenheid van karton, hout, ijzerdraad, plastic, touw en klei kennen.
-zich op een krachtige manier uitdrukken in diverse twee- en drie dimensionale vormen en technieken.
- De wereld van beelden kritisch bestuderen en analyseren: compositie, lijn, vorm, licht, textuur.
vormen
- de wereld van vormen kritisch bestuderen en analyseren: compositie, vorm, restvormen.
- zich authentiek uitdrukken in twee- en driedimensionale werkstukken.
Er is geen specifieke voorennis vereist, wel een bereidheid tot werken.