In materialenleer worden de verschillende groepen kunststoffen (thermoplasten, thermoharders, elastomeren, schuimen, vezels, lijmen en composieten) besproken met verwijzing naar orthopedische toepassingen. Vervolgens komen aan bod: de polymerisatiemethoden en het fasegedrag van polymeren, toevoegstoffen, vormgevingstechnieken en eigenschappen van polymeren, het ecologische aspect en het herkennen van kunststoffen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De orthopedisch technoloog kan op adequate wijze een orthopedisch hulpmiddel vervaardigen, herstellen en onderhouden.
- C02 De orthopedisch technoloog kan de patiƫnt en een bestaande orthopedische voorziening evalueren, de therapeutische waarde ervan inschatten en uit het gamma orthopedische voorzieningen een geargumenteerde en verantwoorde keuze maken.
- C03 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze samenwerken en overleg plegen in een multidisciplinair team.
- C05 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze meewerken aan toegepast wetenschappelijk onderzoek.
- C06 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze informatie verzamelen en verwerken.
Toelichting:
Basiscompetenties: - Studenten kunnen voor de organische stoffen de verschillende soorten verbindingsklassen herkennen. - Studenten kunnen de verschillende groepen kunststoffen (thermoplasten (amorf, kristallijn), thermoharders, elastomeren, schuimen, vezels, lijmen) definiƫren en de polymerisatiemethoden hierop toepassen en uitleggen. - Studenten kunnen bij de moleculaire opbouw van polymeren de voornaamste verbindingsklassen herkennen en begrippen (copolymerisatie, ketenregelmaat, ketenflexibiliteit en keteninteracties) uitleggen op voorbeelden. - Studenten kunnen de verschillende polymerisatietechnieken uitleggen en de verschillende vormgevingstechnieken onderscheiden. - Studenten kunnen de werking van de toevoegstoffen uitleggen. - Studenten kunnen vanuit de structuurformule van monomeren de polymeerketen schrijven of omgekeerd en afleiden of een thermoplast, thermoharder of elastomeer wordt gevormd met kennis van de voornaamste eigenschappen, de voornaamste toepassingen, het ecologische aspect (begrippen kunnen uitleggen) en de methoden van herkenning. - Studenten kunnen het fasegedrag van de amorfe en kristallijne polymeren bespreken. - Studenten kunnen wat betreft de kunststofeigenschappen formules toepassen, omrekening maken van mechanische eenheden, begrippen uitleggen en trekkrommen van verschillende kunststoffen herkennen. - Studenten kunnen beschrijven hoe composieten opgebouwd zijn met kennis van de soorten vezels, matrix, prepregs. - Studenten kunnen vanuit deze basiskennis vakliteratuur betreffende kunststoffen begrijpen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- M. Thijs, 2008. Materialenleer. Niet-gepubliceerde cursus. KHKempen, Geel.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving