1.1. beginsituatie achterhalen 1.2. doelstellingen kiezen en formuleren 1.3. leerinhouden-ervaringen selecteren 1.4. leerinhouden-ervaringen structureren 1.5. gepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen 1.6. individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen 1.7. krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit van de leergroep. 1.8. observatie/evaluatie voorbereiden 1.9. observeren en proces en product evalueren met oog op bijsturing, remediëring en differentiatie 1.12 omgaan met de diversiteit van de groep 2.5. adequaat omgaan met lln. met sociaal-emotionele probleemsituaties en gedragsmoeilijkheden 3.3. vormingsaanbod situeren en integreren in onderwijsaanbod met het oog op begeleiding en oriëntering van lln. 4.2. soepel en efficiënt da-en weekverlloop dat past in korte en lange termijnplanning 4.4. stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houden met de veiligheid van de leerlingen. 5.2. kennis nemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek 6.1. zich informeren over en discreet omgaan met gegevens 7.4. zich documenteren over rechtspositie en die van de leerlingen 8.1. met de hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwrken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven organiseren. 9.1. deelnemen aan maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's 9.2. dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving
|
1ste examenperiode | 2de examenperiode | 3de examenperiode | |||
% | vorm | % | vorm | % | vorm |
100 | schriftelijk examen | 100 | schriftelijk examen | ||
Een niet-correct taalgebruik heeft invloed op de evaluatie van het OO.