Logistiek project 3 (2009-2010)

- verdelen van de taken in het team

- bestuderen van het pakket (WMS of ERP)

- implementeren van het pakket (WMS of ERP)

- geven van een training aan leden van het andere team

- team organiseert een bedrijfsbezoeken

- evalueren van het project

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:

01: De student kan een geheel van informatie opsplitsen in essentiële deelaspecten, deze formuleren, begrijpen en verbanden leggen tussen de deelaspecten (analyseren); kan hoofd‐ en bijzaken onderscheiden en grote hoeveelheden informatie reduceren tot de belangrijkste onderdelen (synthetiseren/selecteren); k an voorbeelden en toepassingen bedenken bij meer abstracte informatie (concretiseren); kan nieuwe kennis zelfstandig toepassen in situaties waar die kennis vereist is (integreren); kan verbanden zoeken tussen verschillende onderdelen van informatie (relateren); kan een zinvolle logische structuur aanbrengen in informatie (structureren).

02: De student ziet in dat er een informatiebehoefte is; bepaalt wat hij precies in welke mate moet weten; vindt de benodigde informatie op een effectieve en efficiënte wijze;e valueert op een kritische wijze het informatiezoekproces en de gevonden informatie; beheert verzamelde en gecreëerde informatie; past oudere en nieuwe informatie toe om nieuwe concepten samen te stellen of om nieuwe inzichten te creëren; verwijst correct naar de gebruikte informatie.

04: De student maakt een planning op voor de verschillende stappen in het project; heeft in elke fase van het project oog voor: tijd (wanneer moet wat gebeuren?), kwaliteit (wat is goed genoeg?), informatie (wat is correct / wat is relevant?), organisatie (wie doet wat op welke manier?); rapporteert tussentijds over de voortgang van het werk; zorgt voor het permanent evalueren en bijsturen van de ondernomen activiteiten en procedures; genereert planmatig eigen oplossingen door deze te relateren aan reeds gekende en opgeloste problemen; g aat gericht op zoek naar externe (gespecialiseerde) hulp waar nodig. De student kan een nieuw probleem analyseren; een p robleem relateren aan reeds gekende en opgeloste problemen; e en creatieve oplossing genereren; bij moeilijkheden gericht naar (gespecialiseerde) hulp vragen.

05: De student kan een planning en taakverdeling opstellen en opvolgen; een vergadering leiden; ondersteunen en stimuleren; omgaan met conflicten; evalueren (taakgericht + groepsgericht).

06: De student kan schriftelijk rapporteren; verslaggeving; mondeling overleggen; mondeling presenteren.

07: De student gaat bij zichzelf na welke competentie nog niet goed ontwikkeld is; onderneemt activiteiten die de ontwikkeling van die competentie stimuleren; gaat na of de vaardigheid aan het eind van de ondernomen activiteiten is verbeterd.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Toelichting:

08: De student kan deel uitmaken van een effectief team; zich inzetten; actief luisteren (luisteren – samenvatten – doorvragen); feedback geven; feedback ontvangen; motiveren.

09: De student kan zelfstandig problemen definiëren; complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk analyseren; zinvolle oplossingsstrategieën ontwikkelen en toepassen.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • BC2 De bachelor in de logistiek is assertief, doortastend.
  • BC4 De bachelor in de logistiek is in staat te presteren in een stressvolle situatie.
  • BC7 De bachelor in de logistiek is in staat een taak op een verantwoorde wijze uitvoeren of laten uitvoeren.
  • BC9 De bachelor in de logistiek is in staat te werken met o.a. tekstverwerking, rekenbladen, databases, internet, e-mail, …
  • BC10 De bachelor in de logistiek is in staat te werken met logistieke bedrijfssoftware zoals o.a. ERP.
  • BC11 De bachelor in de logistiek is in staat taken te plannen en te organiseren.
  • BC17 De bachelor in logistiek is in staat leiding te geven aan magazijnoperaties, een magazijn te beheren en een magazijnontwerp (lay-out, installaties, hulpmiddelen, werkwijzen en informatiesystemen) te maken en te implementeren.
  • BC20 De bachelor in de logistiek is in staat adviezen en ondersteuning te geven t.a.v. selectie, implementatie en beheer van logistieke automatisering en informatisering.
Toelichting:

BC2: De student kan rekening houden met belangen van anderen (luisteren); zich verplaatsen in de situatie van de andere (inlevingsvermogen); ideeën, gevoelens en meningen uiten, verdedigen en realiseren; respectvol en gepast optreden; constructief omgaan met conflicten, weerstand, misverstanden en lastige mensen; zelfvertrouwen, geloven in jezelf.

BC4: De student kan rustig blijven in een stressvolle situatie; relativeren van situaties; negatieve gedachten ombuigen naar positieve; gebruik van time management en organiseren van het eigen werk; durven nee zegen; hoofdzaken van bijzaken kunnen onderscheiden.

BC7: De student is zich ervan bewust zijn dat taken of plichten naar behoren moeten worden uitgevoerd; serieus, zorgvuldig en gewetensvol werken; zal hulp bieden aan collega’s; zal misverstanden en fouten signaleren.

BC9: De student kan moderne communicatiemiddelen (vb. internet, e-mail) gebruiken; rapporten maken met een tekstverwerker; gegevens verwerken met een rekenblad; gegevens beheren met een database.

BC10: De student heeft inzicht in de samenhang van de gegevens en processen binnen bedrijfssoftware; kan omgaan met de basisfuncties van bedrijfssoftware; kan proces gericht denken

BC11: De student kan hoofdzaken van bijzaken van elkaar kunnen onderscheiden; taken, opdrachten plannen inde tijd; beschikt over een goed werkritme.

BC17: De student kan een magazijn beheren; werken met WMS; KPI’s en kostdrivers inventariseren en analyseren; locatiebeheer toepassen; opdrachten voor orderpicking samenstellen; opstellen van pickopdrachten.

BC20: De student kan advies en ondersteuning te geven t.a.v. de implementatie van logistieke automatisering en informatisering (implementatieaanpak mee opstellen rekening houdende met mogelijke risico’s; opstellen van de implementation papers; implementatieproject plannen; implementatie mee begeleiden; gegevens beheren).

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • groepswerk
  • projectwerk
  • bedrijfsbezoeken

B. Omschrijving

A. Types

  • paper/werkstuk
  • presentatie
  • permanente evaluatie
  • projectwerk
  • peer assessment

B. Omschrijving

OA:
05215270
Code:
05215270
Vakcoördinator:
 
Semester:
1+2
Studiepunten:
4
Onderwijstaal:
Nederlands