Expressie (2009-2010)

In elk van de volgende domeinen werkt de student aan de eigen vaardigheid, krijgt de student oefenstof aangeboden naar de lagere school toe en verwerft de student de specifieke didactiek:
  • Bewegingsexpressie
  • Dramatisch spel
  • Muzisch taalgebruik

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:

C1.1 De student kan de beginsituatie achterhalen.

C1.2 De student kan doelstellingen kiezen en formuleren.

C1.3 De student kan leerinhouden -ervaringen selecteren.

C1.4 De student kan leerinhouden -ervaringen structureren.

C1.5 De student kan gepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.

C1.6 De student kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.

C1.7 De student kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit van de leergroep.

C1.8 De student kan observatie en evaluatie voorbereiden.

 

C3.1 De student beheerst de basiskennis van de leerinhouden en volgt de recente ontwikkelingen in leergebieden en leergebiedoverschrijdende thema's.

C3.2 De student kan kennis en vaardigheden mbt de leergebieden aanwenden.

 

C4.1 De student kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.

C4.4 De student kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.

 

C10 De student kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: sociaal-politieke, sociaal-economische, levensbeschouwelijke, cultureel-esthetische en het cultureel-wetenschappelijke.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Geen specifieke voorkennis vereist.

A. Type

  • cursus

B. Verplichte leermiddelen

  • Cursussen van de lectoren.
  • Deelleerplannen muzische vorming: Dramatisch spel, Muzisch taalgebruik, Bewegingsexpressie

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • oefenpracticum
  • bedrijfsbezoeken

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • praktische proef
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

 

1ste examenperiode

 

 

 

 

 

2de examenperiode

 

 

 

 

 

3de examenperiode

 

 

 

 

 

%

 

 

 

 

 

vorm

 

 

 

 

 

%

 

 

 

 

 

vorm

 

 

 

 

 

%

 

 

 

 

 

vorm

 

 

 

 

 

 50

 

 

 

 

 

 

 Praktische proef expressie + muzische taalgebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

 

 

 

 

 

Idem

 

 

 

 

 

(Permanente evaluatie bewegingsexpressie wordt overgenomen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

Permanente evaluatie bewegingsexpressie(taak+presentatie)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40 

 

 

 

 

 

Schriftelijk examen bewegingsexpressie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 In de evaluatie van de schriftelijke documenten die ingeleverd worden voor de permanente evaluatie, wordt het gebruik van niet-correct schriftelijk taalgebruik mee verrekend.

OA:
11260150
Code:
11260150
Vakcoördinator:
Inge Van Gils
Semester:
1+2
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands