Praktijk deel 1 (2009-2010)

Het opleidingsonderdeel praktijk deel 1 omvat vier facetten: didactisch atelier, stagevoorbereiding, stage-uitvoering en stagereflectie

 

In Didactisch atelier verwerft de student de algemene vakoverschrijdende didactische competenties die hij nodig heeft om in de complexe situatie van het reële klasgebeuren goed te functioneren. Dit veronderstelt een geïntegreerde aanpak waarin alle opleidingsonderdelen een plaats krijgen. Het DA is een voorbereiding op stage en helpt de student om met meer zelfvertrouwen de eerste stappen in het werkveld te zetten.

 

 

In de stagevoorbereiding leert de student een verantwoorde selectie maken uit bestaande bronnen die aansluiten bij het doel van de stage en wordt hij zich bewust van wat de realisatie voor zichzelf inhoudt. De voorbereiding van de stage gebeurt in het begin sterk docentgestuurd en evolueert naar studentgestuurd. De student kan bij de stagevoorbereiding een beroep doen op individuele begeleiding door de docenten.

 

 

Stage geeft studenten de kans om handelingsbekwaamheid te verwerven in het werkveld. In de stage leert de student de algemene, de pedagogisch-didactische, de relationele, de vakinhoudelijke en vakdidactische elementen integreren tot functionele praktijkhandelingen. Bij de aanvang van de opleiding wordt de context vereenvoudigd, naarmate de opleiding vordert wordt de context complexer, tot hij tenslotte de realiteit zoveel benadert.

 

 

In stagereflectie kijkt de student kritisch terug op zijn stage-ervaringen. Hij evalueert uitgevoerde stageactiviteiten en kan zichzelf op basis hiervan bijsturen.

 

 

 

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:

De student kan:

- de beginsituatie achterhalen

- doelstellingen kiezen en formuleren.

- leerinhouden en –ervaringen selecteren

- leerinhouden en –ervaringen structureren

- gepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen

- leermiddelen kiezen en aanpassen

- een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit van de groep

- observatie en evaluatie voorbereiden

- leer-en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands, rekening houdend met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen

- een positief leefklimaat creëren

- emancipatie bevorderen

- door attitudevorming individuele ontplooiïng en maatschappelijke participatie voorbereiden

- fysiek en geestelijk welzijn bevorderen

- basiskennis beheersen van de leerinhouden en recente ontwikkelingen volgen in leergebieden en leergebiedoverschrijdende thema's

- kennis en vaardigheden mbt leergebieden aanwenden

- een gestructureerd werkklimaat bevorderen

- soepel en efficiënt dag-en weekverloop organiseren 

- administratieve taken correct uitvoeren

- een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen

- eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen

- zich informeren en discreet omgaan met gegevens

- binnen een team taakverdeling overleggen en afspraken naleven

- in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.

 

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • Andere: Ondersteuningscursus didactische ateliers
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

- Stageinformatieboek

-  Stageleidraad

- De stagemap bevat alle volledige  lesvoorbereidingen, les-en stagereflecties, feedbackformulieren . Deze stagemap toont de ontwikkeling van je leerproces.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • stage
  • Andere: didactische ateliers

B. Omschrijving

De student loopt stage in de tweede en de derde  graad van de lagere school. De voorbereiding van de stage gebeurt in het begin sterk docentgestuurd en evolueert naar studentgestuurd. De student krijgt per stageperiode tijd ingebouwd in het uurrooster om zich voor te bereiden op de stage. Op deze vastgestelde tijdstippen kan hij een beroep doen op individuele begeleiding door de docenten. Verder krijgt hij in alle opleidingsonderdelen - maar in het bijzonder in de didactisch atelier - een gerichte voorbereiding om het vereiste stageniveau te kunnen halen. Na elke stage krijgt de student feedback van de mentor en/of docent om zijn leerproces te optimaliseren. In "persoonlijk leermanagement" leert de student o.a. te reflecteren op zijn stage-ervaringen.

In de didactische ateliers worden de volgende vaardigheden geoefend:

- contact nemen met een klas, onderzoek van leef-en belevingswereld, vertellen en verwerken van een verhaal , lesvoorbereiding maken ,doelen formuleren , instructieve spelen maken , neerslag voor leerlingen  maken ,  beeldvorming in de L.S. , geschikte werkvormen kiezen , denken ontlokken , zelfwerkzaamheid ondersteunen.

 

 
 

A. Types

  • Andere: Stage en didactische ateliers.De stage telt mee voor 70% van de punten. DA voor 30%

B. Omschrijving

Didactische ateliers worden geëvalueerd door een overalltoets met presentatie van een casus en  van de uitgevoerde taken tijdens de stage. Deze toets telt mee voor 30% van de punten.

Stage wordt beoordeeld op basis van de stagemap , feedbackverslagen van mentoren en docenten . De mentoren hebben vooral een begeleidende rol , de docenten vooral een beoordelende rol. De stage telt mee voor 70% van de punten.

De stagecommissie kan , op basis van de stagefeedback , de stagekaft , de leerattitudes van de student , toch een tekort voor  het hele OO stage toekennen , ook als de punten van didactisch atelier voldoende zijn!

Elke stageperiode krijgt de student feedback van  de mentor en  eventueel van een docent die op lesbezoek komt.  Een lesbezoek is een momentopname en het oordeel van een lesbezoek zegt iets over het totaalbeeld van de praktijkcompetenties op dat moment. De mentor geeft geen beoordelingscijfer, de bezoekende docent doet dit wél. Na elk lesbezoek volgt ook een mondelinge bespreking van deze les op basis van lesreflectie door de student en lesfeedback van de docent.

In juni volgt een eindevaluatie op basis waarvan een definitief stagecijfer wordt toegekend. De eindverantwoordelijkheid voor dit stagecijfer ligt altijd bij de opleiding zelf. Voor stage is geen derde examenperiode mogelijk. Een gedetailleerde beschrijving van de afspraken is te vinden in het stagevademecum.

 

Voor elke stage zijn stagevoorbereidingsdagen voorzien. Op afgesproken uren kan de student hulp en ondersteuning vragen aan de docenten. De studenten wordt aangeraden om zeker gebruik te maken van deze mogelijkheden.

In het vak PDV1 en het stageonderdeel didactische ateliers zijn differentiatiemomenten voorzien waarop studenten  die er nood aan hebben verdere begeleiding kunnen krijgen bij het uitbouwen van hun lessen.

OA:
11269770
Code:
11269770
Vakcoördinator:
Anita De Rijdt
Semester:
1+2
Studiepunten:
9
Onderwijstaal:
Nederlands