De inhouden van 'Eerste Hulp' zijn: zorgen voor veiligheid en evacuatie,vaststellen van bewustzijn en ademhaling, hulp van omstaanders inschakelen en alarmeren, bewusteloosheid en ademhalingsstilstand (CPR), verslikking, bloedingen ( met inbegrip van neusbloeding), brandwonden, pijn in de borst (hartaanval), motorische /gevoelsuitval, hoofd- en wervelletsels, wondverzorging (huidwonden, splinter, vreemd voorwerp, blaar), letsels aan het voortbewegingsstelsel, orale vergiftiging, psychosociale eerste hulp
De inhouden van 'Helper' zijn: zonneslag/hitteslag/hyperthermie, amputatie, tekenbeet, insectensteek, flauwte, hersenschudding, onderkoeling, diabetes, epilepsie, koortsstuipen, kortademigheid, hyperventilatie
Teamgericht kunnen werken
De student kan efficiënt inteam opereren in noodsituaties.
Oplossingsgericht kunnen werken
De student kan methodisch een probleemsituatie analyseren en inzichten integreren om een zo adequaat mogelijk antwoord te geven op een probleemsituatie.
Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
De student kan een beredeneerd en ethisch standpunt innemen in diverse probleemsituaties.
Opvoeder:
De student kan het fysiek en geestelijk welzijn van de leerlingen bevorderen.
De student kan inzichten en vaardigheden in verband met de basisprincipes van eerste hulpverlening toepassen. Eveneens kan de student basisinterventies bij frequent voorkomende gezondheidsproblemen uitvoeren.
Organisator:
De student kan een stimulerende, werkbare leefruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid: d.w.z. de student kan, in een schoolcontext, onveilige stiuaties herkennen en zorgen voor veiligheid en evacuatie in noodsituaties.
Partner van externen:
De student kan, in noodsituaties in een schoolcontext, de hulp van omstaanders en van de hulpdiensten inschakelen.
Het Rode Kruis Vlaanderen, ( 2007) , Oefenboek Eerste Hulp: een praktijkgerichte oefengids
Het Rode Kruis Vlaanderen, (2007), Help! Eerste hulp voor iedereen
De opleiding is in grote mate studentgestuurd: er wordt vertrokken van de ervaringen en kennis van de studenten en de studenten bepalen in grote mate de inhoud van de extra oefensessies.
Er worden actieve werkvormen gehanteerd: practica, casussen, discussies en groepswerk. Zowel tijdens de opleiding als in de evaluatie wordt er, via foto's en uitgeschreven casussen, gezocht naar authentieke situaties binnen een schoolcontext. Samen met medestudenten, verwerkt de student een gedeelte van de leerstof zelfstandig en presenteert dit aan de ganse groep.
Het examen bestaat uit een een mondeling examen met één of meerdere casussen, en een praktisch examen waarbij technieken, op een pop of op een volwassene, moeten uitgevoerd worden.
Indien de student slaagt voor dit examen, behaalt hij het brevet Eerste Hulp en Helper van het Rode Kruis.
De student mag het examen overdoen tot hij geslaagd is.
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
|||
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
100%
|
Mondeling, indiv praktische proef ind.
|
100%
|
Mondeling, indiv. praktische proef ind.
|
100%
|
Mondeling, indiv. praktische proef ind.
|