De vakinhoud omvat de volgende onderwerpen:
- De student leert vakspecifieke vaardigheden zoals microscopie, dissecties, determinaties en experimenten gebruiken en toepassen
- De student kan het leerplan en de eindtermen correct gebruiken
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
Toelichting:
De student kan vakspecifieke werkvormen kiezen om lesinhouden optimaal te verwerken. Hij kan een degelijke gestructureerde lesvoorbereiding uitschrijven. Hij kan eenvoudige dissecties in een klas organiseren. Hij kan microscopieoefeningen demonstreren en begeleiden. De student kan werken met eenvoudige determineertabellen. Hij kan experimenten correct uitvoeren. De student beheerst de juiste vakterminologie.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- audiovisueel materiaal
- cursus
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- stage
B. Omschrijving
A. Types
- permanente evaluatie
- mondeling examen
B. Omschrijving
| 1ste examenperiode |
2de examenperiode |
3de examenperiode |
| % |
vorm |
% |
vorm |
% |
vorm |
|
|
75 % |
Permanente evaluatie |
100 % |
Taak en schriftelijk examen |
|
|
25 % |
Examen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tijdens reflectiesesies wordt het subjectief concept van de student besproken en kunnen werkpunten aan bod komen.