De student kan -onder gedeeltelijke begeleiding- zicht krijgen op de eigen basiskennis en deskundigheid in het eigen inhoudelijke domein en indien nodig stappen zetten om deze te bevorderen. De student kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod.
De student kan met behulp van de in het eerste jaar aangebrachte reflectiemethode zijn eigen functioneren in de beroepspraktijk kritisch analyseren en bijsturen.
De student kan via uitwisseling van ervaringen en bevindingen met medestudenten zinvolle conclusies trekken voor zijn eigen leren in de opleiding en zijn functioneren in de beroepspraktijk.
De student kan op discete wijze omgaan met eigen ervaringen en met ervaringen en bevindingen die medestudenten aanbrengen.
De student kan dialogeren over het beroep van de leraar en diens plaats in de samenleving.