De cursus handelt over beschermen van personen en goederen bij elektrische installaties. Er wordt uitgegaan van de bijhorende normen en het AREI.
Speciale aandacht gaat naar beschermen van personen tegen elektrische schokken door rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking. De verschillende aardingssystemen bij onrechtstreekse aanraking worden aangehaald. Verder moet de installatie beschermd worden tegen overstroom (overbelasting en kortsluiting). Hierbij worden kabels met de bijhorende beschermingsinrichting berekend. Een afzonderlijk hoofdstuk wordt besteed aan kortsluitstroomberekeningen.
Daarnaast moet een installatie beschermd worden tegen overspanningen en overstromen door uitwendige invloeden. Ook de uitbating van een elektrische installatie komt aan bod.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
Toelichting:
Bij de bescherming van personen tegen elektrische schokken moet met een aantal factoren rekening gehouden worden. De studenten moeten ook kunnen bepalen in welke gevallen aan de veiligheidscriteria voldaan wordt. Daarnaast moeten ze het resultaat kritisch bekijken in functie van installatieveiligheid (overstromen, overspanningen). Hierbij komen alle aspecten van de cursus aan bod.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
Toelichting:
De studenten moeten zelf kunnen berekenen welke foutspanning een persoon kan aanraken. Ze moeten weten dat benaderingen moeten gemaakt worden om een berekening te kunnen maken en moeten zich bewust zijn van de verschillen tussen berekende en werkelijke waarden, waarbij de benaderde waarde altijd een veilige benadering moet zijn. Bij een foutspanning die kleiner moet zijn dan een bepaalde waarde, mag de berekende waarde groter zijn dan de werkelijke.
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C02 Gedetailleerde kennis hebben, geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:
De begrippen rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking, beschermen tegen overstroom en overspanning behoren tot de kernelementen van de discipline. De student moet een inzicht hebben in welke aardingssystemen en veiligheidssystemen wel en welke niet in verschillende praktische situaties kunnen gebruikt worden.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Basiskennis componenten elektriciteitssysteem
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
B. Omschrijving
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.