In het labo voedingswarenanalyse worden de chemische analysemethoden uit de theoriecursus toegepast op reële voedingsmonsters. Zowel volumetrische, potentiometrische, spectrometrische en chromatografische analysemethoden als methoden ter bepaling van totaalgehaltes van diverse hoofdbestanddelen komen aan bod. Waar mogelijk worden de bekomen resultaten vergeleken met normwaarden en/of etiketgegevens. Er wordt eveneens een sensorisch onderzoek uitgevoerd rond een zelf geformuleerde onderzoeksvraag.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C04 De voedings- en dieetkundige is in staat om in alle fasen van toegepast wetenschappelijk onderzoek in verband met voeding mee te werken.
- C05 De voedings- en dieetkundige analyseert voedingsmiddelen om de hygiëne en samenstelling te evalueren.
- C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
Toelichting:
Studenten kunnen een uitgeschreven analyseprocedure veilig en correct uitvoeren.
Studenten kunnen het doel en meetprincipe van een analyse omschrijven.
Studenten kunnen meetresultaten omrekenen naar het gevraagde eindresultaat.
Studenten kunnen een sensorisch analyseonderzoek opzetten en uitvoeren.
Studenten beoordelen resultaten kritisch en kunnen deze vergelijken met normwaarden en/of etiketgegevens.
Studenten communiceren over het labowerk en kunnen bekomen resultaten zowel mondeling als schriftelijk rapporteren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
K. Schoone, G. Wynen (2007). Labo Voedingswarenanalyse. Onuitgegeven nota's bij een labo voor het tweede jaar van de opleiding Voedings- en Dieetkunde, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg en Chemie Geel.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
Het labo voedingswarenanalyse bestaat uit 12 labosessies waarbij de studenten uitgeschreven analyses van voedingswaren uitvoeren. Een aantal analyses worden individueel uitgevoerd en dit met alle studenten tegelijkertijd, een aantal analyses worden in groepjes van 2 uitgevoerd in een roulatiesysteem.Tevens wordt er een bedrijfsbezoek gepland aan een voedingsbedrijf waarbij de analyses van voedingswaren in de praktijk bekeken kunnen worden en ook aspecten als kwaliteitsbewaking, productie... aan bod komen.
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
In de permanente beoordeling worden zowel attituden, vaardigheden en rapportering opgenomen. De details van de permanente evaluatie zijn opgenomen in het evaluatierooster. Dit evaluatierooster omschrijft de competenties voor:
- attituden: voorbereiding, veiligheid, orde en netheid, initiatief en inzet, samenwerking;
- vaardigheden: organisatie en efficiëntie, basishandelingen, gebruik apparatuur en software, cognitieve vaardigheden;
- rapportering: mondeling, schriftelijk in het laboschrift en in de verslagen.
In het schriftelijk examen dat tijdens het laatste practicum gepland wordt krijgen de studenten 2 ongeziene laboproeven waarover zij zeer praktische vragen dienen te beantwoorden en het waarvoor zij het rekenwerk dienen uit te voeren. Dit labo-examen telt mee voor 20 % van het eindtotaal.
Voor de voorbereiding van het labo zijn een aantal hulpvragen op het voorblad van een experiment opgenomen. Hierbij wordt tevens aangegeven welke theoretische gedeeltes best nagelezen worden ter voorbereiding van de proef.
Tijdens de labozitting worden de uit te voeren proeven, de te gebruiken methode en technieken toegelicht en de apparatuur/software gedemonstreerd. Tijdens de uitvoering worden de studenten gevolgd en kunnen ze steeds met vragen bij de docenten terecht. Resultaten van experimenten worden samen bekeken en laboverslagen worden na verbetering besproken en tips voor bijsturing worden gegeven.
Ongeveer in de helft van de laboperiode vullen de studenten een zelfevaluatieformulier in. De docent vergelijkt de resultaten met zijn eigen bevindingen en geeft de student de nodige feedback om bijsturing mogelijk te maken.