Tijdens een klinische stage, een collectiviteitenstage, een keuzestage of eventueel een buitenlandse stage krijgt de student de gelegenheid om zoveel mogelijk toekomstige beroepsactiviteiten te oefenen. Tot de stage-activiteiten behoren o.a. gegevens verzamelen, voedings- en diëtistisch onderzoek uitvoeren , individuele voedings-en dieetadvisering, grootkeukenactiviteiten, patiëntenbegeleiding en voorlichting,… De student maakt hierbij ook telkens een stageverslag waarin bepaalde opdrachten worden uitgewerkt.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De voedings- en dieetkundige heeft een professionele houding.
- C02 De voedings- en dieetkundige kan een gepast voedings- en dieetadvies opstellen om de gezondheid te behouden en bevorderen.
- C03 De voedings- en dieetkundige begeleidt op adequate wijze verandering van voedingsgedrag om gezondheid te helpen bevorderen.
- C05 De voedings- en dieetkundige analyseert voedingsmiddelen om de hygiëne en samenstelling te evalueren.
- C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
- C07 De voedings- en dieetkundige draagt mee verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het beheer van de voedselverstrekking.
- C08 De voedings- en dieetkundige past wetenschappelijke inzichten toe bij het oplossen van voedings-en dieetproblemen.
Toelichting:
De student leert zijn verworven competenties, kennis, vaardigheden en attitudes toepassen in concrete praktijksituaties waardoor hij een rechtstreekse voorbereiding krijgt op het latere beroepsleven. De student leert zelfstandig nieuwe beroepsspecifieke problemen op te lossen door methodisch de situatie te analyseren en bestaande inzichten te integreren. De student leert samenwerken in een inter- en multidisciplinaire context
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Eerste, tweede en derde jaar.
A. Type
- materiaal op leeromgeving
- Andere: stagemap
B. Verplichte leermiddelen
Boeckx H. (2008-2009).
Stagemap studenten. Onuitgegeven bundel voor het derde jaar voedings- en dieetkunde, KHKempen, Departement G&C, Geel.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Verschillende stagementoren evalueren studenten op verschillende momenten. Per stageperiode wordt er een consensusscore gegeven met stagementor, stagebegeleider en student. Aan het einde wordt in overleg een globale consensusscore vastgelegd. Stageopdrachten worden beoordeeld door verschillende stagebegeleiders.
Het evaluatieformulier voor de verschillende stages en de kritische fouten zijn terug te vinden in de stagemap.