Labo microbiologie (2009-2010)

De cursus behandelt de primaire technieken van bacteriologie en microscopie. Het hanteren van de microscoop wordt aangeleerd door het maken van allerlei preparaten, waaronder vers water preparaten, gefixeerde en gekleurde preparaten. Het studiemateriaal omvat prokaryoten (of bacteriën) en eukaryoten zoals, dierlijke en plantencellen, schimmels. Het werken met micro-organismen vereist een welbepaalde denkwijze en laboratoriumorganisatie. Centraal hierbij staan aseptisch werken en steriliseren. De cursus fungeert tevens als aanvulling voor de theoretische vakken microbiologie en biologie van het eerste jaar. Ten slotte bereidt de cursus de studenten voor op beroepsspecifieke labo’s van het tweede en derde jaar.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De chemist is in staat om op doordachte wijze een analyseproces van bemonstering tot eindrapportering uit te voeren zodat correcte en betrouwbare analyseresultaten bekomen worden.
  • C02 De chemist kan op adequate wijze technische installaties en apparatuur bedienen en beheren zodat hun efficiëntie, betrouwbaarheid en duurzaamheid gegarandeerd zijn.
  • C04 De chemist kan op doordachte en kritische wijze resultaten (waaronder waarnemingen) noteren, bundelen en verwerken om tot zinvolle en volledige besluiten te komen.
  • C05 De chemist kan op adequate wijze mondeling en schriftelijk communiceren om een optimale informatiedoorstroming te verzekeren.
  • C06 De chemist past de principes van responsible care spontaan en altijd toe om risico’s met betrekking tot veiligheid en milieu tot een minimum te beperken.
  • C08 De chemist kan binnen zijn specialisatie de vigerende wetgeving vertalen naar reële situaties om wettelijk conform te werken.
Toelichting:
- Studenten kunnen de microscoop correct hanteren en het beeld zelfstandig instellen bij een 100x, 400x en 1000x vergroting. - Studenten kunnen alle onderdelen van de microscoop benoemen en weten ze waarvoor elk onderdeel dient. - Studenten zijn in staat om een verswaterpreparaat en gefixeerde preparaten te maken voor microscopisch onderzoek, en metingen uit te voeren op microscopische objecten. - Studenten kunnen een enkelvoudige kleuring en een gramkleuring uitvoeren op bacteriën en kennen de theorie en de toepassingen van de kleuring. - Studenten kunnen op aseptische wijze micro-organismen enten, aanrijken en isoleren en begrijpen de reden of het nut van het aseptisch werken. Hiervoor kunnen zij zowel vloeibare als vaste voedingsbodems (steriel) aanmaken, en kennen hiervan de samenstelling en toepassing. - Studenten kunnen prokaryoten en eukaryoten van elkaar onderscheiden. - Studenten kunnen een wetenschappelijk verslag maken volgens de geijkte normen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Studenten hebben de volgende cursussen/boeken/artikels doorgenomen: - geen Studenten hebben de volgende onderwijsactiviteiten gevolgd: - geen Studenten bezitten de volgende competenties - geen

A. Type

  • cursus
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

Lydia Hendriks, Det Vangeel, e.a., Labo microbiologie, Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel Powerpointpresentaties op Toledo

C. Aanbevolen leermiddelen

www.bioplek.org

A. Types

  • labo en werkcollege

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie
  • praktische proef

B. Omschrijving

In de tweede examenperiode bestaat het examen uit een schriftelijk en practisch deel. Het
schriftelijk labo-examen bestaat uit een gecombineerde reeks vragen: open vragen,
invullen van een term, juist/fout vragen, tekeningen,... . De nadruk ligt op
terminologie, gestructureerde weergave van identificatieschema's, kennis van gebruikte
materialen en methoden, kennis van gebruikte micro-organismen. De praktische proef heeft
als doel de belangrijke basiscompetenties te evalueren: steriele staalname en zelfstandig
microscopisch onderzoek. Iedere student krijgt een onbekend staal (op/in vaste/vloeibare
voedingsbodem) + een opdracht (enkelvoudige kleuring, gramkleuring,...). Het proces en
het eindresultaat (microscopisch beeld) worden gecontroleerd door de docent. In de derde
examenperiode is er enkel een uitgebreider theoretisch examen, waarin ook naar practische
vaardigheden gepeild wordt.

De permanente evaluatie wordt opgesplitst in: 1. Verslag. De student maakt individueel
een verslag ( per onderwerp ) waarin hij op een wetenschappelijke manier de uitgevoerde
proef weergeeft. Het verslag omvat steeds volgende elementen: Inleiding (doelstelling en
principe van de proef) Materialen en methode Resultaten en resultatenverwerking Besluit
2. Permanente beoordeling. Deze beoordeling gebeurt op basis van het attituderooster,
aanwezig in de cursus.

 

OA:
06030381
Code:
06030381
Vakcoördinator:
Det Vangeel
Semester:
1+2
Studiepunten:
2,5
Onderwijstaal:
Nederlands