OA Geriatrische verpleegkunde: Zorginhoudelijke deskundigheid: - Kennis van verpleegkundige specifieke zorgaspecten bij ouderen - Kennis van instrumenten om het functioneren van de patiënt in kaart te brengen - Het kunnen toepassen van deze kennis in de verpleegkundige praktijk - Het kunnen reflecteren over de eigenheid van geriatrische verpleegkunde Kennis en verpleegtechnische vaardigheden chronische wondzorg- Organisatorische deskundigheid: - Kennis van de mogelijkheden van de verschillende disciplines en zorgvoorzieningen in de ouderen zorg - Kennis van de mogelijkheden tot ondersteuning van de mantelzorg -Thuisverpleegkunde
OA Geriatrische pathologie: In de lessen geriatrische pathologie komen verschillende voor ouderen relevante pathologieën aan bod. Deze zijn opgedeeld in: het cardiovasculair stelsel (Bijv. acuut en chronisch hartfalen, longoedeem, hypertensie orthostatische hypotensie, ritmestoornissen), het respiratoir stelsel (Bijv. pneumonie, tuberculose, longembool, griep), het centraal zenuwstelsel (Bijv. CVA, TIA, Ziekte van Parkinson, het oog) en cognitieve stoornissen (Bijv. delier, dementie, depressie)
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC02 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team.
- BC03 Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- BC05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief.
- BC06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- BC07 Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden.
- BC08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- BC09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- BC10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- BC11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren.
- BC12 Primaire en secundaire preventie toepassen.
- BC13 De zorg organiseren en coördineren.
- BC14 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- BC18 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties