A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
- 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C25 Een ecosysteem en landschap kunnen begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (BIO).
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Biowetenschappen deel 2
B. Competenties