De student toont in een schriftelijk werk in staat te zijn een voor het beroepsveld relevant onderwerp te analyseren, adekwate conclusies te trekken en e.v.t aanbevelingen te doen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C10 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- C12 Effectief schriftelijk en mondeling rapporteren.
- C13 Preventief zorgverlenen.
- C15 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- C16 Verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek aanwenden in de praktijk.
- C17 Bereid zijn zich voortdurend bij te scholen en zich professioneel te ontwikkelen.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C22 Actief bijdragen tot de profilering van het beroep.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties