De student verwerft inzichten, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om les te geven aan leerlingen van de lagere school.
De klemtoon ligt in PDV4 op sociaal-emotionele problematieken bij kinderen.Ook wordt er een inleiding gegeven op leer- en gedragsproblemen.
Vervolgens wordt de invloed van de maatschappij op opvoeding en onderwijs bekeken.
Ook staan we stil bij het leren van kinderen en het evalueren ervan.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Competenties van het overeenkomstige OO in het voorgaande programmajaar verworven hebben of geslaagd zijn voor het vorige programmajaar.