Je frist je (misschien elementaire) kennis van het Frans op met een herhaling van de basiswoordenschat en de basisgrammatica. Je technologische woordenschat breid je uit aan de hand van computerondersteunende oefeningen, brochures en handleidingen. Het gaat hier om zowel actieve als passieve kennis door luisteroefeningen en samenvattingen. Verder leer je eenvoudige dialogen te voeren (product voorstellen, klant ontvangen, telefoneren enz.) en een technisch onderwerp gestructureerd voor te stellen.
Je leert vergaderen, onderhandelen en presenteren. Vanuit de bedrijfspsychologie leer je je eigen optreden zo optimaal mogelijk afstemmen op de verwachtingen van het bedrijf. Dit doe je via zelforganisatie, tijdmanagement, motivatie, omgaan met stress, informatie, organisatiecultuur, leiderschap en veranderingen.