In dit opleidingsonderdeel verwerven studenten de vakkennis, vaardigheden en attitudes die zij nodig hebben om ICT te onderwijzen aan leerlingen van de 1
ste graad van het secundair onderwijs en (Toegepaste) Informatica te onderwijzen aan leerlingen van de 2
de graad van het secundair onderwijs en het volledige beroepsonderwijs. Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op het programma.
In het eerste jaar ligt de klemtoon op
- het probleemoplossend denken met behulp van algoritmen
- het verwerven van ICT-vaardigheden en inzichten in toepassingsoftwar
-de basiskennis van computerconfiguratie en van netwerken.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
- De student bezit de basisvaardigheden in logisch, algoritmisch en probleemoplossend denken.
- De student bezit basiskennis en -vaardigheden betreffende besturingssystemen, internet, tekstverwerking en rekenblad.
- De student beheerst klaviervaardigheid of is bereid dit op peil te brengen.
- De student toont interesse in de snelle en voortdurende evolutie in de ICT-wereld.
- De student is voldoende stressbestendig en bezit het doorzettingsvermogen om binnen een bepaalde tijdslimiet oplossingen voor gestelde problemen te bedenken.