Concepten in de geriatrische verpleegkunde (2008-2009)

Het bijzondere aan 'Geriatrische Verpleging' zijn niet de ziekten, maar wel kenmerken bij ouderen. Zij maken dat ziektebeelden zich anders manifesteren, andere problemen oproepen en daarom ook een andere benadering vereisen. Geriatrische verpleging is dus niet uniek omwille van de pathologie of technieken die we zouden moeten beheersen. Geriatrische verpleging vergt wel een andere manier van kijken naar ... dus een ander referentiekader. Concepten als multipathologie, gewijzigde presentatie van ziekte, broosheid en multidisciplinariteit staan daarbij centraal. Zeer belangrijk in dit geheel is de ethische invalshoek waarmee we naar ons eigen professioneel handelen kijken. Geriatrische verpleging betekent ook rekening houden met het levenseinde. Daarom wordt ook ingegaan op palliatieve zorg.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties    

  • C01 Ethisch verantwoord verpleegkundig handelen.
  • C02 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
  • C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
  • C06 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk en juridisch perspectief.
  • C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
  • C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
  • C11 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
  • C13 Preventief zorgverlenen.
  • C14 De zorg organiseren en coördineren op micro- en mesoniveau.
  • C15 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
  • C16 Verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek aanwenden in de praktijk.
  • C19 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
  • C20 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
  • C22 Actief bijdragen tot de profilering van het beroep.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

OO:
09108945
Code:
09108945
Vakcoördinator:
Frans Geudens
Semester:
1
Studiepunten:
6
Creditcontract mogelijk?
Ja
Examencontract mogelijk?
Ja
Deeltijds:
Onderwijstaal:
Nederlands
Opleidingsonderdeel type:
verdiepend