Dit vak sluit aan op het vak PLC uit het eerste jaar. Waar in het eerste jaar meer het accent ligt op aan-uit- of binaire signalen, speelt de student in het tweede jaar met programma’s rond analoge signalen en werkt meer met bibliotheken. Met de PLC leest hij temperaturen, drukken of debieten in, stopt de meetgegevens in tabellen en stuurt ze bij. PLC-programma’s aanpassen en onderhouden is hierbij van belang. Daartoe gebruikt de student functieblokken, datablokken en verschillende organisatieblokken. We spelen in op nieuwe ontwikkelingen zoals de soft-PLC, de Operator Panels en PLC netwerken.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC2 Een keuze maken uit een aantal bestaande of zelf bedachte concepten, oplossingen en/of implementaties.
- BC4 Samen met anderen een product/systeem/dienst op een gestructureerde wijze ontwerpen dat voldoet aan de opgelegde eisen.
- BC7 Rekening houdend met het budget, de termijnen en het wettelijke kader de productie efficiënt organiseren.
- BC8 Gebruik maken van gangbare werkmethoden conform de code van de goede praktijk.
- BC9 Het productieproces beoordelen en bijsturen en eventueel innoveren.
- BC13 Het onderhoud plannen/ organiseren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties