In het projectwerk voert de student een project uit. Tijdens het uitvoeren van het project leert de student de samenhang tussen verschillende opleidingsonderdelen. Het onderwerp van het project is ICT-gericht. Buiten het ICT-gedeelte, traint de student zich in vaardigheden zoals planning, vergaderen en presenteren. Het eind-resultaat ontstaat uit de studenten hun persoonlijke inbreng en creativiteit waarbij de docent coacht.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Assisteren bij de ontwikkeling van elektronische-ICT systemen.
- C02 Elektronische-ICT systemen testen.
- C03 Elektronische-ICT systemen beproeven.
- C04 Technische dossiers samenstellen.
- C08 Zelfstandig de technische aspecten van een productieproces opvolgen.
- C09 Zelfstandig elektronische-ICT systemen installeren.
- C10 Zelfstandig elektronische-ICT systemen in bedrijf stellen.
- C11 Elektronische-ICT systemen operationeel houden.
- C13 Onderhoudsproblemen in elektronische-ICT systemen oplossen.
- C15 Training geven over elektronische-ICT systemen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties