In het vak tuinbouwmachines geven we een groot overzicht van de meest gebruikte toestellen. Belangrijk is vooreerst om de machines te kunnen herkennen. Daarnaast gaan we in op de werking van de toestellen. We bestuderen de bouw en de onderdelen en gaan zoveel mogelijk de machines benaderen vanuit de basiskennis van de mechanica.
In het eerste deel bestuderen we de machines voor grondbewerking, de spuittoestellen en de zaai en plantmachines. In een tweede deel bekijken we de toestellen voor het mechanisch oogsten van groenten en fruit
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
- 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
- C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C27 Een automatisering en mechanisering toepassen op teelten of ecosystemen (BIO).
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Mechanisatie
B. Competenties