De vakinhoud richt zich in de eerste plaats op het verwerven van een kritische kijk op maatschappelijke processen en bredere cultuurgegevens. Je leert hiervoor teruggrijpen naar historisch-filosofische referentiekaders om de niet-vanzelfsprekendheid van bepaalde "evidenties" - ook religieuze - onder de loepe te nemen. Tegelijk neem je het zinsvraagstuk als uitgangspunt om te komen tot een relevant onderscheid tussen religieuze, sociale en ethische hoofd- en bijzaken, alsook tot een eigen plaatsbepaling binnen het huidige complexe tijdsgewricht.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 07. Verantwoordelijkheid opnemen
- 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 03. In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties