Agrarische bouwkunde en klimatisatie omvat het ontwerpen en uitvoeren van gebouwen met een landbouwfunctie, voornamelijk veestallen en opslag- en bewaarplaatsen. Steeds wordt uitgegaan van het biologisch materiaal, zoals het dier of het bewaarproduct. Landbouwkundige, veeteeltkundige, milieukundige en wettelijke eisen vertalen naar de ruimtelijke dimensies van een gebouw, dat is de opgave. De kennis van bewaarfysiologie van landbouwproducten toepassen in concrete bewaarplaatsen behoort eveneens tot de doelstelling. De student leert al de losse elementen van de bouwdoos integreren in een functioneel landbouw- en/of veeteeltbedrijf.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
- 05. Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
- 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
- 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties