Sedert 2004 is de wetgeving inzake het werken met proefdieren in België veranderd.
Elk personeelslid dat in contact komt met proefdieren is verplicht om een adequate bijscholing te volgen. Naargelang de functie en diploma van de werknemer spreken we van 4 categorieën bijscholing en personeel namelijk: categorie A voor de dierenverzorgers categorie B voor de biotechnici categorie C voor de proefleiders categorie D voor de proefdiermanagers .
De KHK organiseert jaarlijks in het tweede semester de bijscholing categorie B voor studenten dierenzorg (Agro- en Biotechnologie) , biologische en farmaceutische laboratoriumtechnologie (Gezondheidszorg en Chemie) en externen.
Na het behalen van deze opleidingsactiviteit ontvangt elke student een attest ' Proefdierkunde voor biotechnici Categorie B' erkend door de FOD Dierenwelzijn en CITES.
Anderzijds is er ook veel evolutie op het gebied van toxicologisch onderzoek. Niet alleen geneesmiddelen, maar ook voedingsadditieven, bestrijdingsmiddelen, industriële chemicaliën en cosmetica moeten getest op het gebied van veiligheid voor de mens en het milieu. De regelgeving en soorten testen worden besproken in de opleidingsactiviteit Toxicologie, en er worden ook oefeningen voorzien in het opzoeken en rapporteren van veiligheidsinformatie. Omwille van ethische redenen is er een sterke verschuiving van in vivo onderzoek naar in vitro testen en computersimulatiemodellen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
- C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
- C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
- C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
- C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
Biomedische laboratoriumtechnologie (PBA) / / Biologie
B. Competenties