Onder intensieve begeleiding zal je totaalzorgen uitvoeren. Op de daaropvolgende stage ga je onder verdere begeleiding verder werken aan uitgeschreven leerdoelen, in de mate dat je deze kan realiseren op de betreffende afdeling. Gezien de specifieke beginsituatie worden je verwachtingen gradueel opgebouwd tav hun leerdoelen Voor aanvang van de stages word je geïntroduceerd om een vlotte integratie in het werkveld toe te laten De stages worden geëvalueerd volgens de volgende items :cognitieve vaardigheden, beroepsattitudes, psycho-sociale vaardigheden,systematisch verpleegkundig handelen, leerproces en stage-opdrachten. In het porfolio leer je reflecteren over je competentieprofiel. Portfolio is een persoonlijke verzameling waarin je persoonlijkheidsontwikkeling verder tot uiting komt,
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC01 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- BC02 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team.
- BC03 Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- BC04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen.
- BC06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- BC08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- BC09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- BC10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- BC11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren.
- BC12 Primaire en secundaire preventie toepassen.
- BC13 De zorg organiseren en coördineren.
- BC14 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- BC15 Zich professioneel ontwikkelen.
- BC17 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken binnen het verpleegkundig team.
- BC19 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- BC20 Positief bijdragen tot de profilering van het beroep.
- BC21 Open staan voor het economisch, sociaal en ethisch beleid binnen de gezondheidszorg.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties