In de lessen leert de student eerst de grootheden die bij de studie van het licht belangrijk zijn. Dan bekijkt de student welke lampen en armaturen momenteel gebruikt worden voor de verlichting van lokalen. Aan de hand van oefeningen leert de student hoe hij een lokaal moet verlichten, rekening houdend met de bestemming van het lokaal. Geleidelijk aan oefent de student meer met software zodat hij sneller tot een verlichtingsoplossing komt. Uiteindelijk kan de student een project dat meerdere lokalen omvat, op computer uitwerken, de verlichtingsresultaten ervan interpreteren, het resultaat driedimensionaal voorstellen en een rapport genereren.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties