Stage maakt deel uit van het curriculumonderdeel praktijk, dat bestaat uit twee opleidingsonderdelen: het opleidingsonderdeel praktijkatelier en het opleidingsonderdeel stage. In het opleidingsonderdeel stage krijgt de student de kans om onder begeleiding van opleidingsdocenten en mentoren handelingsbekwaamheid te verwerven in reële praktijksituaties. Stage staat in de drie jaren van de opleiding op het programma.
Bij de aanvang van de opleiding leert de student tijdens de stage functioneren in een eerder eenvoudige context, naarmate de opleiding vordert, leer hij functioneren in meer complexe klas-en schoolsituaties, die de realiteit van het kleuteronderwijs in toenemende mate benaderen. In het eerste jaar ligt het accent op het gestructureerd, correct, doelgericht en creatief leren voorbereiden en begeleiden van de verschillende soorten ervaringssituaties waarmee in de klaspraktijk gewerkt wordt. Welbevinden en betrokkenheid vormen hierbij de belangrijkste richtsnoeren. Geleidelijk worden deze ervaringssituaties geïntegreerd binnen een logisch opgebouwde, thematische dag- en weekplanning, waarin tevens milieuverrijking voorzien wordt.
A. Algemene competenties
- 03. Kritisch reflecteren
- 05. Leiding geven
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties