Bij het ontwerpen van machine- en constructieonderdelen is een basiskennis van de verschillende materialen van groot belang. Materiaalleer is dan ook te beschouwen als een ondersteunend vak voor verschillende mechanische vakken. Belangrijke traditionele materialen komen aan bod maar ook nieuwere materialen worden onder de loep genomen. Het belangrijkste doel van deze cursus is om de student informatie te verschaffen die van nut is om op een verantwoorde manier materialen te kunnen kiezen rekening houdend met de beperkingen ervan. Tijdens de laboratorium zittingen test hij/zij de verschillende mechanische proeven. De student maakt hierbij gebruik van o.a. de trekproef, kerfslagproef, hardheidsmetingen en de buigproef. Ook kunststoffen komen aan bod.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC1 Op basis van de wensen van de opdrachtgever/klant een programma van eisen opstellen voor een product/systeem/dienst dat/die voldoet aan de wensen van de opdrachtgever en realiseerbaar is.
- BC2 Een keuze maken uit een aantal bestaande of zelf bedachte concepten, oplossingen en/of implementaties.
- BC4 Samen met anderen een product/systeem/dienst op een gestructureerde wijze ontwerpen dat voldoet aan de opgelegde eisen.
- BC10 Het afgeleverd product/dienst controleren.
- BC18 Kwantitatief en kwalitatief onderzoek doen naar mogelijkheden en trends in de markt.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties