In de cursus bio-organische chemie leer je eerst via begeleide zelfstudie de voornaamste klassen van organische verbindingen en hun naamgeving kennen. Daarna bestudeer je een aantal basisprincipes: moleculaire structuur, intermoleculaire interacties, stereochemie, zuren en basen. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan voorbeelden uit bio- en voedingswetenschappen. Daarna leer je, eveneens in functie van die vakgebieden, de voornaamste chemische eigenschappen van organische verbindingen. In een afzonderlijk hoofdstuk leer je enkele basispricipes i.v.m. het gebruik van kunststoffen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C08 De voedings- en dieetkundige past wetenschappelijke inzichten toe bij het oplossen van voedings-en dieetproblemen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties