Analytische chemie behandelt de grondslagen van de klassieke analysemethoden: gravimetrie en volumetrie (pH-, redox- en complexvormingstitraties). Verder komt het principe van een aantal instrumentele technieken aan bod: electrochemie, spectrometrie en chromatografie. In het practicum worden deze technieken ingeoefend.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
- 03. In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C02 Gedetailleerde kennis hebben, geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline.
- C03 Begrip hebben van de structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties