Kenmerkend voor afgestudeerden industrieel ingenieur is de vertrouwdheid en de kennis van het bedrijfsgebeuren, in casu het landbouwbedrijf. Na de verkenning van de sector in het eerste ingenieursjaar wordt de student hier met zeer concrete problematiek geconfronteerd, liefst via een bezoek aan een bedrijf van de primaire sector (landbouw, akkerbouw, veeteelt) of de verwerkingssector (b.v. eieren, melk, suiker). Van actuele topics en hete hangijzers wordt dankbaar gebruik gemaakt om ze te integreren in deze bezoek- en seminariereeks.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
- 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
- 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C09 Kennis hebben van operationeel bedrijfsbeheer, beleid en strategie in een onderneming.
- C10 Rekening houden met natuur, milieu, veiligheid en zorgsystemen.
- C24 Een plantaardige leefgemeenschap kunnen begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (BIO).
- C28 Een dierlijk gedrag in een leefgemeenschap begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (LB).
- C29 De zoötechnische prestaties van de dieren begrijpen en hiermee een huisvesting ontwerpen, optimaliseren, sturen en realiseren (LB).
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Biowetenschappen deel 1
B. Competenties