Een leerkracht doet heel wat meer dan alleen kennis en vaardigheden bijbrengen. Door de manier waarop hij/zij met leerlingen omgaat bijvoorbeeld, of met de accenten die hij/zij legt bij de keuze van lesonderwerpen, leeft de leerkracht bepaalde waarden voor. In het derde jaar gaat in het vak RZL de aandacht naar de waardeoverdracht op school.
Een focus valt hierbij op de katholieke school en haar opdrachtverklaring. Binnen dat zelfde kader gaat de student ook concreet in op een aantal methodieken om op school rond de problematiek van (kans-) armoede hier en in de Derde Wereld te werken en maakt kennis met enkele organisaties die actief zijn op deze domeinen. Die kennismaking kan hij/zij verdiepen tijdens een driedaagse bezinningsperiode.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
1. Inhoudelijk expert
De student kan de begrippen opdrachtverklaring, mondiale vorming en diversiteit correct omschrijven en hanteren.
De student kan de kenmerken van kansarmoede opnoemen, herkennen en in zijn/haar eigen woorden verduidelijken.
2. Opvoeder
De student kan de eigenheid van de kansarme leerling herkennen en bespreekbaar maken.
De student kan de rol van waarden en normen in het onderwijs herkennen in concrete voorbeelden uit de praktijk.
3 Innovator-onderzoeker
De student kan het eigen functioneren bevragen en bijsturen in functie van het omgaan met diversiteit.
4. partner van externen
De student kan contact leggen met organisaties die initiatieven aanbieden m.b.t. kansarmoede, mondiale vorming, diversiteit en/of levensbeschouwelijke vorming.
5. Cultuurparticipant
De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen sociaal en religieus engagement.
De student kan kritisch reflecteren over het levensbeschouwelijke, ethische en sociale aspect van zijn/haar eigen functioneren als (toekomstig) leerkracht.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Interesse voor de levensbeschouwelijke en ethische component van opvoeding en onderwijs.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Leys Mieke, 2008. Religie, Zingeving en Levensbeschouwing 2Baso. Niet-gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout. Opdrachten op toledo.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- Andere: individuele opdrachten, informatieve spelen
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Het opleidingsonderdeel RZL wordt voor 100% permanent geëvalueerd:
35% voor de individuele bezinningsopdracht.
65% voor de opdrachten die doorheen het jaar als verwerking worden opgegeven.
In de derde zittijd wordt het cijfer van permanente evaluatie voor 50% overgedragen en wordt er een aangepaste taak gegeven voor de overige 50%.
Tijdens hoorcolleges krijgt de student opdrachten aan de hand waarvan hij zijn inzicht en kritische reflectievaardigheid kan oefenen en toetsen.
De student krijgt feedback bij groepswerk en individuele opdrachten.