Alle gangbare plantaardige en dierlijke voedingsmiddelen komen aan bod tijdens de lessen : de verschillende productgroepen worden besproken en met elkaar vergeleken op vlak van consumptie, samenstelling en voedingswaarde, ev. bouw en productie, schadelijkheid, soorten en afgeleide producten. Aan de hand van de Belgische voedingsmiddelentabel worden voedingsstoffen opgezocht, vergeleken en worden verschillen verklaard. Van elke productgroep worden ook kwaliteitsachteruitgang, mogelijke vormen van bederf , ideale bewaaromstandigheden, toegepaste bewaartechnieken en invloed van bewaartechnieken op de voedingswaarde/gezondheid behandeld.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 De voedings- en dieetkundige kan een gepast voedings- en dieetadvies opstellen om de gezondheid te behouden en bevorderen.
- C04 De voedings- en dieetkundige is in staat om in alle fasen van toegepast wetenschappelijk onderzoek in verband met voeding mee te werken.
- C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
- C08 De voedings- en dieetkundige past wetenschappelijke inzichten toe bij het oplossen van voedings-en dieetproblemen.
Toelichting:
- Studenten kunnen per productgroep de verschillende voedingsmiddelen beschrijven.
- Studenten kennen soorten bederf en bewaartechnieken binnen elke productgroep en kunnen de invloed van bewaartechnieken op gezondheid en voedingswaarde verklaren.
- Studenten kunnen beschikbare gegevens rond voedingswaarde van voedingsmiddelen opzoeken en vergelijken en kennen de globale voedingswaarde per productgroep.
- Studenten kennen energie-, eiwit-, vet-, en koolhydraatwaarden van courante voedingsmiddelen.
- Studenten leren kritisch omgaan met juiste en verkeerde beweringen rond voedingsmiddelen.
- Studenten kennen de mogelijke aanwezigheid van schadelijke stoffen per productgroep.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
geen
A. Type
- audiovisueel materiaal
- handboek
- cursus
B. Verplichte leermiddelen
- Van Ael K., Voedingswarenkennis, Onuitgegeven cursus voor het eerste jaar Voedings- en dieetkunde, KHK, dep. G&C, Geel.
- Nubel, (2004), Belgische voedingsmiddelentabel, 4 de editie, Brussel, Nubel.
- Van Blommenstein I., an Eijndhoven A., van Mil J., Zwart F.(2001), Kook Ook, het nieuwe kookboek met productinformatie, alle basistechnieken en meer dan 500 recepten, Wormer, Inmerc bv in samenwerking met het Nederlands Zuivelbureau.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
B. Omschrijving
Discussieseminarie : via Toledo worden, na bespreking van een productgroep, denkvragen meeggegeven. Het is de bedoeling dat de student een antwoord tracht te formuleren aan de hand van cursusmateriaal of opgezochte informatie. Tijdens de lessen wordt de student aangesproken en gevraagd het gevonden antwoord duidelijk te formuleren voor de groep. Er volgt daarna een kleine discussie in groep.
A. Types
B. Omschrijving
Het examen bestaat uit 2 delen : in het eerste deel wordt gevraagd voedingsstoffen op te zoeken in de Belgische voedingsmiddelentabel, deze cijfers te vergelijken en eventuele verschillen/gelijkenissen te verklaren. Het tweede en belangrijkste deel omvat kennisvragen en inzichtsvragen.