1. Laboratorium: bepalen bodemfysische en chemische parameters
· grondmonster nemen
· bepalen actuele vochtgehalte, actuele luchtgehalte, poriëngehalte, waterhoudend vermogen
· bepalen bodemtextuur en bodemkleur
· pH-bepaling, calciumcarbonaten, organisch stofgehalte
2. Veldpracticum: doordringbaarheid van de bodem bepalen en analyseren
3. Oefeningen bodemfysische grootheden
· dichtheden
· volumefracties
· massafracties
· waterretentie
· bergingsvermogen van een bodem
· humus- en stikstofgehalte
· bodemsorptiecomplex
· zuurtegraad
4. Projectwerkje (groepswerk)
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 06. In teamverband werken
- 07. Verantwoordelijkheid opnemen
- 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Toelichting:
De studenten dienen zelfstandig de opgedane theoretische kennis in praktijk om te zetten, i.e. de bodem te karakteriseren en te interpreteren naar zijn gebruikswaarde.
Via het deel oefeningen op bodemfysische grootheden leren de studenten deze grootheden kennen, maar ook de waarden inschatten en interpreteren.
De opgedane kennis wordt verder toegepast in het laboratorium en het veldpracticum waar ze zelfstandig een aantal chemische en fysische parameters moeten bepalen. Naast het correct uitvoeren van de proeven, moeten ze ook de gevonden resultaten interpreteren en evalueren. Ze dienen hun eigen gevonden resultaten kritisch te beoordelen.
Via een zelfstandig groepswerk leren zij in groep een bepaald probleem te kaderen, informatie en documentatie hierover op te zoeken en daarrond een bevattelijke presentatie op te bouwen en voor te brengen.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
- 04. Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiëren
Toelichting:
De basistechnieken (met onderliggende principes) die verworven zijn in het laboratorium scheikunde zullen de studenten hier toepassen op het medium grondmonster.
Bij het laboratorium en ook het veldpracticum moeten de studenten veilig, verantwoord, efficiënt en legaal zelfstandig kunnen werken.
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C03 Begrip hebben van de structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:
Basiscompetenties:
- Een gegeven bodemsamenstelling kunnen beoordelen
- Negatieve invloeden van de bodem op de plantontwikkeling kunnen inschatten
- Verschillende bodemtypes wereldwijd kunnen beoordelen
- Relatie bodem - plant - dier kunnen analyseren
Extra competenties:
- Afwijkende bodemsamenstellingen kunnen determineren
- Een bodemmonster in de praktijk chemisch en fysisch kunnen ontleden en evalueren
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Eenvoudige fysische begrippen als dichtheid, poriënvolume en capillariteit Een basiskennis van chemie is noodzakelijk biologische principes van plantengroei moeten gekend zijn
A. Type
- handboek
- cursus
- audiovisueel materiaal
B. Verplichte leermiddelen
Bodemkunde: labo, oefeningen en opdrachten; Jos Van Thielen, 2007
BODEM & BODEMKUNDE voor tuin, landbouw en milieu; W. Verheye
J.B. Ameryckx, 2007
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- labo en werkcollege
- discussieseminarie
- oefenpracticum
- groepswerk
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- paper/werkstuk
- presentatie
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
De studenten moeten een aantal problemen (oefeningen) m.b.t. bodemfysische grootheden schriftelijk kunnen oplossen en de gevonden resultaten (ook mondeling) kunnen toelichten.
Via een groepswerk stellen de studenten een paper (word-doc) en een power point presentatie samen. Deze laatste moeten ze ook voor de klas voorbrengen.
Voor het groepswerk stellen ze o.a. een presentatie voor (een power point) met begeleidende nota (word doc). Deze presentatie dienen ze voor de ganse groep van studenten ook voor te brengen en kunnen hierbij vragen krijgen (ook van hun collega-studenten).
De labo-activiteiten (laboproeven op een eigen genomen grondmonster) worden permanent geëvalueerd.
Aangezien het kleine groepen zijn, kunnen de studenten mij vlot bereiken voor, na en zelfs tijdens de les.
Ook kunnen de studenten altijd via mail vragen voor een extra overlegmoment.