De volgende inhouden komen aan bod
Onderdeel meten en metend rekenen:
- Wat is meten?
- Het leerproces van het meten en de didactiek van metend rekenen
Onderdeel meetkunde:
- Begrippen en formules uit de vlakke en ruimte meetkunde.
- Didactiek meetkunde
Ook enkele exemplarische facetten van wiskundedidactiek kunnen aan bod komen,
bijvoorbeeld het gebruik van zakrekenmachine, etc....
A. Algemene competenties
Toelichting:
Wiskundige problemen kunnen oplossen, kritisch reflecteren over de eigen oplossingswijzen, een correcte wiskundetaal kunnen gebruiken, kunnen communiceren over eigen oplossingswijzen en die van anderen, didactisch onderbouwd activiteiten kunnen inrichten ivm meetkunde en metend rekenen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
Toelichting:
1. Als inhoudelijk expert
- beheerst de student inzichtelijk de op eigen niveau behandelde leerinhouden en de inhouden van de lagere school.
- kan de student de verworven kennis en vaardigheden aanwenden in de pedagogisch didactische praktijk.
- is de student in staat de inhouden wiskunde correct en inzichtelijk aan te brengen aan kinderen van de lagere school.
2. Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- kan de student de leerplannen wiskunde van de lagere school hanteren.
- kan de student een wiskundeles uitwerken over de behandelde onderwerpen, rekening houdend met de algemene didactische uitgangspunten van het leerplan en de concrete didactiek van het onderwerp.
- kent de student heel wat didactische technieken, handboeken en materialen om kinderen te begeleiden bij het verwerven van de geziene leerinhouden en kan deze kritisch beoordelen op zinvolheid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student heeft een positieve ingesteldheid t.o.v. het leren van wiskunde en een gezonde interesse in didactiek van het wiskundonderwijs. De student bezit logische inzichten op het niveau van het einde van het secundair onderwijs. Daarnaast heeft de student een behoorlijke kennis van de leerstof wiskunde uit de lagere school en voldoende rekenvaardigheid. De student is in staat om opgaven op het niveau van de lagere school op te lossen en is bereid zich hierin verder zelfstandig te bekwamen.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
- cursus wordt ter beschikking gesteld (aan te vullen met eigen nota's)
- eindtermen wiskunde voor de lagere school
- Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs, Wiskunde: Leerplan, 1998
- cursus op toledo
- Mile (didactische software voor de lerarenopleiding, aanwezig op school)
C. Aanbevolen leermiddelen
- handleidingen en oefeningenboeken van de in de lagere scholen gebruikte methodes
- artikels uit tijdschriften o.a. Willem Bartjens - Tijdschrift voor wiskundeonderwijs
- boeken over wiskundedidactiek
- Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs: de toelichtingen bij het leerplan wiskunde voor de basisschool
- internetsites zoals
http://www.fi.uu.nl/rekenweb
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- elektronisch leerplatform
B. Omschrijving
- hoor- en werkcolleges met voorbeelden en praktische toepassingen; geleide oefeningen; didactische practica, etc...
- observatie en analyse van lessen
- deels zelfstandig werk, deels interactief en coöperatief verwerven van bepaalde delen van de cursus
- bij deze werkvormen kunnen technologische hulpmiddelen worden ingezet zoals internet, didactische software, Toledo en MILE
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
1ste examenperiode |
2de examenperiode |
3de examenperiode |
% |
vorm |
% |
vorm |
% |
vorm |
|
|
80 |
schriftelijk examen |
100 |
schriftelijk examen |
|
|
20 |
permanente evaluatie |
|
|