Leven en dood (2008-2009)

Deze module handelt over de spanning tussen Leven & Dood en de betekenis die we er als mens aan kunnen geven. Deze spanning doet zich voor zowel in het leven van volwassenen als in het leven van kinderen. We kunnen elkaar en de kinderen die ons toevertrouwd zijn nabij proberen te zijn in deze moeilijke opgave. Hiertoe wil deze module een handreiking bieden. Een deel van de module geeft een verdieping rond de spanning tussen Leven & Dood op volwassen niveau binnen de context van partnerrelaties. Daarnaast is er een gedeelte over omgaan met Leven & Dood, sekse en seksualiteit bij kleuters, een presentatie van materiaal en geschikte werkvormen, werkwinkels.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
  • C08 Partner van externen.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen moet de student leer- en ontwikkelingskansen kunnen structureren en vertalen in onderwijsaanbod omtrent het thema Leven & Dood. Dat betekent dat de student aan de kleuters die bezig zijn rond seksualiteit en voortplanting een gepast antwoord kan geven op hun vragen en er spontaan of via een aangepast aanbod op kan inspelen. Ook voor kleuters die te maken hebben met verlieservaringen en rouw, ziekte en dood. Als opvoeder moet de student adequaat kunnen omgaan met kleuters in sociaal-emotionele probleemsituaties, met name in sttuaties van Leven & Dood en moet de student een positief klimaat kunnen creëren waarin er ruimte is voor vragen of belevingen omtrent Leven & Dood. Kleuters voorleven dat seksualiteitsbeleving waardevol is maar een zekere schroom impliceert. - Probleemgedrag ivm seksualiteit herkennen en hierop inspelen - Kleuters tegemoet komen binnen hun beleving van verlies, ziekte en dood, rekening houdend met hun culturele context. - Kleuters die te maken heb met een aanslepende ziekte, socio-emotioneel kunnen ondersteunen. Als inhoudeliujk expert moet de student kennis kunnen verwerven en vaardigheden aanwenden omtrent inhouden van Leven & Dood. Dit betreft basiskennis beheersen ivm seksuele voorlichting en opvoeding in verband met begeleiden van rouwprocessen en deze kennis aanwenden in pedagogisch didactische werkvormen.De student moet - Kennis hebben van de ontwikkelingspsychologie mbt de seksuele ontwikkeling. - Kennis verwerven over hoe er in eigen en andere culturen en godsdiensten wordt omgegaan met verlies, ziekte en dood en seksualiteit bij kindern en deze kennis adequaat aanwenden.De vragen en ervaringen ivm Leven & Dood kunnen kaderen in een levensbeschouwelijk perspectief. Een persoonlijke kijk op Leven & Dood kunnen verwoorden voor kls. en hanteren in omgang met kls., ouders, collega's. - Kennis verwerven ivm dementie, adoptie, kanker,...en ook deze kennis aanwenden in de praktijk. Als innovator en onderzoeker moet de student vernieuwende elementen kritisch kunnen aanwenden en aanbrengen bij het werken omtrent L&D en moet de student het eigen functioneren omtren L&D kunnen bevragen en bijsturen, met name:eigen horizon verbreden en zich nieuwe inzichten eigen maken betreffende dit thema en bereid zijn het eigen omgaan met het subjectief concept van deze thematiek te onderzoeken. Als partner van ouders en verzorgers moet de student weten hoe ze ouders/verzorgers kan informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren omtrent L&d en moet de student in dialoog treden met ouders/verzorgers over L&D wanner het zich aandient. De student moet het levensbeschouwelijk aspect in deze dialoog op een constructieve manier kunnen verwoorden. Als lid van een schoolteam moet de student kennis hebben van de manier waarop je met je schoolteam kan overleggen over het thema L&D, als onderdeel van het opvoedingsproject van de school. Als partner van externen moet de student weten hoe je contacten legt en samenwerkt met externe instanties omtrent L&D. Zoals ziekenhuizen, vroedvrouwen, bejaardentehuizen, hulpgropen, CLB, Als cultuurparticipant moet de student actuela thema's en ontwikkelingen kunnen onderscheiden en kritisch benaderen omtrent het thema Leven en Dood.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • handboek
  • audiovisueel materiaal
  • Andere: reader met artikels
  • cursus

B. Verplichte leermiddelen

* Bij je syllabus krijg je een reader met daarin recente artikels en een uitgebreide lijst van bronnen en materialen. * VANDEN ABBEELE, Claire, Er zijn voor jou.Omgaan met jonge mensen die rouwen. Lannoo,2004

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

A. Types

  • presentatie
  • peer assessment

B. Omschrijving

De studenten gebruiken de PGL methode om zelfstandig aan de slag te gaan bij het verwerken van de casussen. Het stappenplan staat beschreven in de cursus. Tijdens de opdraccht wordt er nog twee maal stil gestaan bij het groepsproces, hiervoor wordt PA gebruikt. In de examenperiode presenteren de studenten wat ze geleerd hebben en verantwoorden een mogelijke concrete aanpak in de praktijk. Er kunnen gedifferentieerde punten gegeven worden afhankelijk van het aandeel van inbreng van de student in het geheel. De tweede zittijd bestaat uit een taak. Elk groepje studenten krijgt een coach toegewezen. Zij maken zelf een afspraak met hun coach om tussentijds hun werk voor te leggen. Er worden twee coachingsmomenten voorzien. Verder kunnen de studenten na afspraak steeds terecht bij de moduleverantwoordelijke Ann De Busser.
OA:
11261262
Code:
11261262
Vakcoördinator:
Ann De Busser
Semester:
1
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands