In de schaarse uren die ons nog resten proberen we de 19de en 20ste eeuw te behandelen. Naar verhouding met vorige jaren gaat hier iets meer aandacht naar de historische en maatschappelijke context van het kunstgebeuren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C03 Inhoudelijk expert.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Zie hiervoor het eerste jaar.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De basisleerstof van de voorbije twee studiejaren.
Tevens eenzelfde attitude, maar mogelijk nu nog meer op een volwassen en persoonlijke manier ingekleurd.
A. Type
- handboek
- cursus
- materiaal op WWW
- Andere: Alle vormen van beeldend materiaal
B. Verplichte leermiddelen
Zie hiervoor het eerste jaar.
C. Aanbevolen leermiddelen
De door de docent aangereikte literatuur.
A. Types
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- hoorcollege
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
- mondeling examen
- paper/werkstuk
- presentatie
- permanente evaluatie
- projectwerk
B. Omschrijving
Permanente evaluatie gebeurt op basis van dezelfde vereisten als bij het eerste jaar.
tijdens contactmomenten met docent en via mail.